Het tijdschrift De Oud-Katholiek startte in het aprilnummer van 2011 met een nieuwe rubriek: "Even kijken bij..."' waarin een korte impressie gegeven wordt van een van de parochies. Bij deze rubriek behoort ook HET DING van, een specifiek voorwerp van deze parochie.
Het Ding van Den Haag
Het “ding” van Den Haag meet 14,5 bij 10 cm. en heeft (waarschijnlijk) de respectabele leeftijd van meer dan 450 jaar. Het “ding” is een boekje met een nog oorspronkelijke boekband. De tekst is op perkament in een fraai handschrift geschreven, heeft vele gekleurde hoofdletters (waarvan er één versierd is) en één pagina die extra mooi is geschreven. Nu zijn er wel meer boekjes uit de 16e eeuw bewaard gebleven, maar dit is wel een heel bijzondere.
Het is namelijk een geschrift, een geestelijk testament dat een vader op zijn sterfbed voor zijn kinderen heeft geschreven. De schrijver was een zekere Jan Goes, die op 7 december 1557 is overleden. De geadresseerden waren zijn zonen: Jan, Frans, Jacob en Peter. De inhoud moet op (één van) de kinderen zo’n indruk hebben gemaakt, dat het kort na de dood van vader Jan in het net is overgeschreven.
Over vader Jan ben ik tot dusverre niet veel meer te weten gekomen, dan dat hij niet onbemiddeld was,afkomstig uit de patrische familie Goes, die in die tijd vele hoge ambtenaren leverde en een vrouw had getrouwd die waarschijnlijk uit Antwerpen kwam.
Een greep uit de inhoud.
De titel geeft aardig weer wat er in het boekje staat:
Instructie ende Christelyck onderwys dwelck Jan Gooes selver in schriften ghelaten heeft synen ionghen lieven kinderen als hy sterf. Anno .1.5.5 7 den sevensten decembris.
Wat maakt het boekje nu zo interessant? Wel, in de eerste plaats dat het één van de weinige overgeleverde “ego-documenten” uit die periode is. Het levert een kijkje in het hart van een vader die zich zorgen maakt om de toekomst van zijn kinderen en andere directe familieleden. Jan Goes leefde aan de vooravond van de politieke en religieuze omwenteling die de Nederlanden ten gevolge van de opstand tegen Spanje zou gaan beleven. Goes was een overtuigde aanhanger van de “oude leer”, een vroom lid van de katholieke kerk.
Zijn vroomheid was duidelijk getekend door de Moderne Devotie, de persoonlijke op de navolging van Christus gerichte vroomheid die in de late middeleeuwen zo’n grote invloed in ons land heeft gehad. Het boekje “De navolging van Christus” van Thomas à Kempis is daarvan de meeste bekende exponent, dat ook op de vroomheid van de latere Oud-Katholieke Kerk van Nederland grote invloed heeft gehad. Het geestelijke testament van Jan Goes begint dan ook met een gebed tot Jezus Christus, waarin Goes Hem vraagt om de vergeving van zijn zonden en dat hij deel mag krijgen aan de vruchten van het lijden en dood van de Heer.
Hieronder kunt u dat gebed lezen.
Iesus Nacarenus Rex Iudeorum
Ghebet :
O alder ghenadichste heere Jesu Christe myn heere ende god ghebenedyt / aenghemerckt dat ick oudt ende onghevallich worde ende daer by merckende dat ick hier wt dit dal der tranen scheyden moet door tmiddel des doots soe bidde ick U ootmoedelyck dat ghy my wilt vergheven alle myn sonden ende deelachtich maken uwer ald(er) bittersten passien ende onnoselen doot op dat ick nae desen verganckelycken leven met allen heylighen u so eewich goet mach loven ende dancken inder eewicheyt.
Goes geeft zijn kinderen aanwijzingen hoe zich in de kerk te gedragen. Het huis van de Heer is een huis des gebeds en niet de plaats om te babbelen, rond te wandelen en om de andere kerkgangers te begluren. Zegt deze vermaning iets over het gedrag van de vier jonge heren Goes in de parochiekerk?
In Goes’ eigen woorden:
O myn alderliefste kinderen ick bidde u als ghy compt inden tempel goids ende het huys ons heeren om te bidden / ende niet om thuys gods te onteerene met clappen / wandelen / ende te mercken die curioesheyt van andere persoonen.
Goes maakte zich ook duidelijk zorgen over de toekomst van de katholieke kerk van zijn dagen. Hij ziet mensen (zonder ze te benoemen, bedoelt hij ongetwijfeld Lutheranen, Mennonieten en Calvinisten) die uit de eenheid van het geloof van de kerk zijn gevallen. Hij ziet ze als zijn vijanden, overigens net als die mensen die hem en zijn kinderen van het pad van de deugd willen afhouden.
Ende ten derden synt ons vyanden alle ongheloovighe menschen die ghevallenn syn wt die eendrachticheyt des gheloofs’ der heyligher kercken ende oock soe syn ons vyanden alle die in ons willen beletten die duecht.
Het is merkwaardig dat Jan Goes de naam van zijn vrouw nergens noemt. Wel noemt hij die van haar ouders voor wie om gebed voor hun zielenrust wordt gevraagd en die van verdere familieleden die hij voor financiële ondersteuning aanbeveelt. Maar hij hield van zijn “allerliefste huisvrouw”, die voor haar kinderen hard had gewerkt en gezorgd en hen met haar eigen borsten had gevoed.
Ende voort myn alderliefste kinderen soo recommandeer ick u myn alderlefste huysvrouwe uwer alder moeder dat ghy haer dancbaer syt van allen den swaren arbeyt ende groote sorghe die sy voer u allen gheleden heeft / en u allen met v eyghene haerder borsten ghevoet heeft. Ende voort soe recommandeer ick u myn arm siele dat ghy die niet vergheten en wilt. Want ick hebbe naer myn cranck vermoghen myn beste gedaen om u allen inder vreesen goids op te voeden / daer om soo bid ick u hertelyck en wilt mynder sielen niet vergheten in u aelmoessen / vasten ende bidden ende ander goede wercken.
Want tot dier meynighne soe heb ick u een weenich tytelycxs goet ghespaert om dat ghy niet soe seer becommert en soudt syn om dit verganckelyck goet te vergaren op dat ghy u te bequamelycker mocht oeffenen in duechdelycke wercken / ende om stof ende materie te hebben uwen aermen medebrueder ende suster in haren aermoeden te hulpen te comen.
Voort soe recommandeer ick u myn lieve (in marge suster) Magdalena goes uwer alder moyken / dat ghy haer altyt in eeren houdt / ende haer kinderen wilt te hulpen comen met uwen tytlycken goeden / eest dat ghy dat beter hebt dan sy.
Een belangrijk deel van het boekje wordt in beslag genomen door meditatieve teksten over de zeven christelijke hoofddeugden. Zij zijn doorspekt met Bijbelcitaten, beschouwingen over het goede voorbeeld en de voorspraak van Maria en van oproepen aan zijn kinderen om de deugden ook vooral te beoefenen, waarbij vader niet schroomde ze concreet aan te wijzen.
Aan het slot van het boekje zegt vader Jan zijn lieve kinderen “Adieu” en geeft ze van de jongste tot de oudste zijn vaderlijke zegen. Het model van de zegen is eerst een gebed tot Christus, daarna tot de naamspatroon van het betreffende kind, gevolgd door steeds dezelfde reeks heiligen, die voor vader Jan blijkbaar veel betekenis hadden. Hieronder volgt het slot van het boekje en het gebed voor de jongste zoon Peter.
Nu myn alder lieffste kinderen om te sluyten myn memoriaelken dat ick u begheer achter te laten / soo wil ick u allen vriendelycken adieu segghen / ende gheven u myn simpel vaderlycke benedictie beginnende vanden ioncxsten totten oudste. Hiernaer soe gheeft hy syn vaderlycke benedictie syne kinderen vanden ioncxsten totten oudste.
Hoort myn alderliefste kint ende ioncxsten sone Peeter goes nu ick doort middel des doots van u moet scheyden soo gheve ick u myn vaderlycke bene+dictie ende ick beveelen u o god den vader ghebenedyt die ghy door u mogentheyt hebt gescapen dat ghy dien door u goetheyt wilt bewaren. O god sone Jesu Chr(ist)e ghebenedyt / ick beveele u mynen lieven soene die ghy door u bitter passie ende onnosele doot hebt verlost vander eewigher doot / dat ghy dien door u heylighe wysheit wilt regeren. O god heylighe geest ghebenedyt / ick bevele u mynen lieven sone / ende ick bidde u hertelyck dat ghy in hem ontsteken wilt het vier der liefden ende maken in hem u goddelycke woenstadt ende doet doch met hem uwen goddelycken wille Amen
+ O heilighe kersten kercke ick bevele u mynen lieven soen die ghy soe vriendelyck ontfanghen hebt int doopsel dat heylighe sacrament / dat ghy dien altyt wilt wysselyck bewaren ende int eynde syns levens inden hemel wilt baren. Want die doot vanden heylighen heet haer gheboerte int toecomende eewighe leven.
O heylighe apostel sinte Peeter / ick bid u hertelyck dat ghy voor mynen lieven soen bidden wilt / die ter eeren van u int heylighe doopsel / met dien heylighen naem ghenoemt is / dat hy dat kersten gheloove beleven moet.
O heylighe sint Jacop wilt voor mynen lieven sone bidden dat hy altyt onsen lieven heere vresen / ende betrouwen moet.
O heylighe sint Jan euangelist wilt voor myn lieven kint bidden op dat inder liefden goids ghebenedyt / ende inde liefde van synen naesten meer en meer ontsteken worde.
O heylighe Joannes Baptista bidt voer myn lieve soene / dat hy alle dootsonden / ende allen oorsaecken der sonden schouwen moet.
O weerdighe moeder sint Anna bidt voer mynen lieven sone dat hy hier in allen duechden hem nae synen staet oeffenen moet.
O heylighe Maria Magdalena bidt voer mynen lieven sone dat hy onsen lieven heere ghebenedyt danckbaer syn moet: ende alle die hem duecht doen.
O Alder suetste moeder goids ende maghet Maria boven allen creaturen inden hemel ende ind’ aerden/ ick bevele u mynen lieven sone ende ick bidde u hertelyck / dat ghy voor mynen lieven sone bidden wilt / dat hy in een duechdelyck leven totter doot toe perseveren moet.
O Alle heylighen int generael ende sonderlinghe synen heylighen Enghel / die hem altyt bewaert / ick bidde u / dat den alderlieffste wille goids ghebenedyt in hem altyt geschien moet.
A.M.E.N.
Een hart vol van liefde voor zijn kinderen wordt zichtbaar in dit Haagse “ding”.
Er werd en wordt nog wel eens gezegd, dat de ouders in de 16e eeuw veel minder affectie in de moderne zin van het woord voor hun kinderen zouden hebben gehad dan de ouders van vandaag de dag. Eén van de redenen die daarvoor wordt gegeven is, dat door de hoge kindersterfte van die dagen ouders – alleen al om zich zelf te beschermen – die vorm van affectie op een laag pitje zouden hebben gezet. Maar wie dit persoonlijke testament van Jan Goes uit 1557 leest, gaat daar toch wel wat anders over denken. Want door de gestileerde en vrome taal heen, komt een hart vol van vaderliefde voor zijn jongens te voorschijn, een vader die zich zorgen maakt over hun persoonlijke, godsdienstige en maatschappelijke toekomst, een vader die dan ook niet anders kan dan hen aan de liefde van God, Christus en de heiligen aan te bevelen.
Wietse van der Velde
Geloof dat probeert te begrijpen
Een oud-katholieke theologische
benadering van de hand van
Mattijs Ploeger. Een nieuw deel
in de Seminariereeks.
Website van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland | Bisschoppelijk bureau: Kon. Wilhelminalaan 3, 3818 HN Amersfoort | Tel. 033 - 462 08 75