Slotbeschouwing Kees Nieuwerth

Ir. Kees Nieuwerth was delegatieleider van de groep die de internationale vredesconferentie in Kingston bezocht. Hij geeft hier zijn analyse van de slotverklaring.


IEPC Kingston: de slotbijeenkomst en de slotverklaring.

En toen was het alweer zover: de laatste dag van de bijeenkomst in Kingston!
Tijdens de plenaire bijeenkomst werd uiteraard weer samen gezongen en gebeden. Simone Poortman uit Nederland die samen met lotgenoten uit ander landen aandacht vroeg tijdens de Convocatie voor integratie van gehandicapten in de kerk kreeg aan het begin even het woord: ‘Ik ben een mens met een handicap, maar God die ons schiep naar zijn beeld ziet mij als heel’….

Vervolgens werd de ontwerp slotverklaring aan de plenaire vergadering voorgelegd.
In de tent werden kleinere groepjes (buzz-groups) gevormd om de ontwerpverklaring samen te bespreken. Daarna stelde een rij van ongeveer zeventig deelnemers zich op bij de microfoons om commentaar te geven en amendementen in te dienen. De bijeenkomst liep natuurlijk uit. De kleine commissie die de ontwerpverklaring had opgesteld moest zich tussen de middag over al die voorstellen buigen en de middagbijeenkomst begon een half uur later dan gepland.

Toen werd tijdens een tweede lezing een aangepaste versie van het slotdocument voorgelezen. Allereerst volgde een stilte in de grote tent en daarna brak een daverend applaus uit. De voorzitter tijdens deze sessie, een vice-voorzitter van het Centraal Comité van de Wereldraad, de oecumenische patriarch Gennadios, die kennelijk alleszins verwacht had dat er opnieuw commentaar zou zijn, leek enigszins overrompeld door deze reactie. Hij concludeerde echter dat de slotverklaring blijkbaar was aangenomen door de plenaire vergadering!

Wanneer we de slotverklaring met de ontwerptekst vergelijken komen we een aantal goede aanscherpingen tegen. Zo werd een zinsnede toegevoegd die –terecht- herinnert aan de geschiedenis van slavernij in Jamaica, verwijzend naar het feit dat de universitaire campus waar we vergaderden gedurende de koloniale periode een suikerrietplantage was.

Een ander commentaar was dat er –terwijl we toch vaak over de spanningen tussen de Israëlische en Palestijnse volkeren gesproken hadden tijdens de Convocatie hierover niets in het ontwerp stond. Een vrouw uit Kongo sprak zeer bewogen over het grote aantal dodelijke slachtoffers van de oorlog en verkrachting als oorlogsmisdaad waarover niets in het ontwerp stond en zei: hoe kan ik nu met deze slotverklaring thuiskomen?

Dat gold natuurlijk ook voor andere conflictgebieden waarover we hartverscheurende getuigenissen hadden gehoord. Dus staat er nu een duidelijke en genuanceerde paragraaf in over onze solidariteit met de volkeren van Israël en Palestina die beide door het voortdurende conflict beschadigd worden. Ook de spanningen van andere door conflicten verdeelde volkeren, zoals Cyprus en Korea, worden expliciet benoemd, net als de naar vrede hunkerende bevolking van bijvoorbeeld Colombia, Irak, Afghanistan en het Grote Meren gebied in Afrika.

Terecht was ook de kanttekening geplaatst dat  -alhoewel dit in de bijdragen vanuit bijvoorbeeld India indringend aan de orde was gesteld- racisme en het onrecht van het kastenstelsel en zelfs discriminatie niet genoemd werden. Ook dat staat nu duidelijk genoemd.
Er was enige discussie over de uitspraak in het ontwerp dat oorlog als politiek instrument uitgebannen zou moeten worden. In de uiteindelijke tekst staat nu dat de kerken verenigd zijn in hun streven dat oorlog illegaal dient te worden verklaard –zoals dat met slavernij en met biologische en chemische massavernietigingswapens is gebeurd.

Er was ook op gewezen dat er in de paragraaf over ‘vrede in de gemeenschap’  niets stond over geweld tegen vrouwen en kinderen. Dit wordt in de slotverklaring duidelijk als zonde veroordeeld. 

In de paragraaf over ‘vrede met de aarde’ werd node gemist dat er niets stond over rechtvaardig delen van de natuurlijke hulpbronnen. In de slotverklaring staat nu dat natuurlijke hulpbronnen op een rechtvaardige en duurzame wijze gedeeld dienen te worden.

Een andere kritiek was dat er –alhoewel ook hierover in Kingston het nodige gezegd werd- er geen uitspraak over nucleaire energie in het ontwerp stond. Nu staat er dat de kernramp bij Fukushima opnieuw bewijst dat we niet op kernenergie als energiebron moeten vertrouwen.

In de paragraaf over ‘vrede op de markt’ waren de kritische kanttekeningen bij het dominante economische model voor het gevoelen van de vergadering onvoldoende verwerkt. Dat is in de slotverklaring dus ook verwerkt. Er wordt expliciet kritiek op de dwangmatige groei-economie geuit en er wordt gesignaleerd dat er enorme bedragen uitgegeven worden aan militaire uitgaven en wapenproductie, terwijl er veel te weinig geld beschikbaar is voor het realiseren van de Millennium doelen en het heroriënteren van het economisch stelsel in een ecologisch en sociaal verantwoorde richting. Er staat zelfs: we vragen regeringen hun financiële middelen aan te wenden voor actieprogramma’s die “het leven bevorderen in plaats van de dood”. In dat verband wordt nu ook uitdrukkelijk gevraagd om effectievere controle op de financiële markt, het heffen van belasting over financiële transacties en om eerlijke handelsverhoudingen. Kerken worden aangemoedigd hun regeringen te steunen bij het zetten van dergelijke stappen om ons economische stelsel te hervormen.

In de oorspronkelijke ontwerptekst stond ook de zinsnede dat we “blijven worstelen met de vraag hoe onschuldige mensen beschermd kunnen worden tegen oorlog en geweld in het licht van de Responsibiltiy to Protect als deel van het concept van Rechtvaardige Vrede…Een uiterst ongelukkige formulering gelet op de wijze waarop dit concept van R2P (Right to Protect) in Libië wordt toegepast! Door interventie op dit punt staat er nu in de slotverklaring ‘Wij blijven worstelen met de vraag hoe onschuldige mensen beschermd kunnen worden tegen onrecht, oorlog en geweld. In dit verband worstelen we met het concept van ‘responsibility to protect’ en het mogelijke misbruik daarvan.

Anders dan in het ontwerp staat er in de slotverklaring ook nadrukkelijk dat de lidkerken van de Wereldraad algehele nucleaire ontwapening en het aan banden leggen van de handel in kleine wapens voorstaan. Ook wordt ervoor gepleit dat de kerken op alle niveaus gewetensbezwaren tegen militarisme dienen te ondersteunen en vredeseducatie tot de kern van alle onderwijsprogramma’s zouden moeten maken in scholen, seminaries en universiteiten.

Naast deze –samenvattende- slotverklaring is er natuurlijk de op grond van de vele reacties van de lidkerken bijgewerkte ‘Oproep tot Rechtvaardige Vrede’ en een begeleidende tekst waarin vooral ingegaan wordt op de theologische onderbouwing van het concept ‘rechtvaardige vrede’. Verder zijn er in Kingston vele workshops gehouden die tal van voorstellen voor concretisering en actie opleverden voor de vier onderscheiden deelthema’s.
De Wereldraad zal hieruit een aantal prioriteiten kunnen destilleren voor het werkprogramma. Uiteindelijk zal dat pakket voorgelegd worden aan de Assemblee van de Wereldraad te houden in Korea in 2013. De slotverklaring van de Convocatie te Kingston vraagt de Wereldraad dan ook om het werkprogramma van Rechtvaardige Vrede in al zijn dimensies de nodige prioriteit toe te kennen!

Toen de Raad van Kerken in Nederland een reactie instuurde op de Initial Statement Towards an Ecumenical Declaration of Just Peace stonden daarin een aantal concrete suggesties. Deze zijn door de Nederlandse delegatie tijdens de Convocatie als een soort referentiekader benut voor wat we hoopten in Kingston te bereiken. Dit waren de volgende punten:
• De bijeenkomst in Kingston niet zozeer te zien als een afsluiting van de Decade to Overcome Violence, maar als een kans om zaden te verzamelen voor een nieuw plantseizoen voor een campagne van de Wereldraad om oorlog als instrument voor conflictoplossing af te schaffen.
• Aan een Oproep tot Rechtvaardige Vrede te werken die ons daadwerkelijk oproept om met  Jezus de geweldloze weg te volgen en die een inspirerend startdocument kan zijn voor de bovengenoemde campagne.
• Een Wereldraad-beleid te ontwikkelen dat gericht is op het uitbannen van oorlog en het inzetten van dodelijk geweld als middel om conflicten te beslechten.
• De Wereldraad actief te committeren aan een campagne om massavernietigingswapens en andere wapencategorieën af te schaffen en een campagne tegen wapenproductie en –handel, in samenwerking met andere wereldreligies.
• De kerken te stimuleren om actief bij te dragen aan geweldloze conflictoplossing (ook financieel!) en zich in te zetten voor  vrede en verzoening lokaal en elders in de wereld.
• Kerkleden te inspireren tot het volgen van een levensstijl die alle burgers ter wereld
in staat stelt tot een rechtvaardig, duurzaam en vreedzaam leven.
• De wereldwijde kerk zou kunnen dienen als een ‘early warning system’ waar en wanneer belangentegenstellingen dreigen te ontaarden in een gewapend conflict zodat geweldloze interventie mogelijk gemaakt wordt in een vroegtijdig stadium door lokale en internationale overheden en de kerken zelf. De Wereldraad kan  een belangrijke faciliterende rol spelen bij het ontwikkelen van een dergelijk netwerk.

Als we nu naar de resultaten kijken dan constateer ik dat die doelen grotendeels in dat ontwerpprogramma terecht zijn gekomen.

Sommige delegatieleden hebben workshops gegeven in Kingston waar deze expliciet aan de orde zijn gesteld en in de rapportage en/of de slotverklaring zijn verwerkt. Voorbeelden zijn: campagne voor het afschaffen en uitbannen van oorlog als instrument, massavernietingswapens, wapenproductie en –handel, het door de Wereldraad ontwikkelen van een ‘early warning system’, het bij de VN aandringen op een wereldwijde Resource Sharing Summit om de ongebreidelde competitie rond schaarser wordende energie en grondstoffen die een bron van gewapende conflicten in met name de zuidelijke wereldhelft vormen internationaal bespreekbaar te maken.

Persoonlijk vind ik het slotdocument een harmonieus document dat er in gelaagd is de inspirerende en veelkleurige vredesbijeenkomst in Kingston te weerspiegelen.

Tenslotte sprak tijdens de slotbijeenkomst ‘dé’ grondlegger van de Decade to Overcome Violence, Fernando Ens. Hij zei onder meer: “Kijk om je heen. Wat een voorrecht voor ons om hieraan deelgenomen te mogen hebben. We hebben een lange weg afgelegd. Dit is een ervaring die het leven van ons als deelnemers en als van ons als lidkerken ingrijpend kan veranderen. Rechtvaardigheid en vrede vormen de hartslag van de oecumenische beweging! Maar…we zijn nog niet tevreden… We zijn nog maar pas begonnen te begrijpen dat we de gemarginaliseerden niet toe kunnen spreken maar naast hen moeten gaan staan! We zijn nog maar begonnen ons te concentreren op conflictpreventie en geweldloze conflictoplossing. We moeten voortgaan, onszelf verplichten de theologische en ethische onderbouwing daarvan verder te doordenken. En we moeten moedige stappen nemen om dit alles in praktijk te brengen. Daarbij zullen we verantwoording aan elkaar moeten afleggen. Tenzij de kerk de oproep tot rechtvaardige vrede aanvaardt is de kerk helemaal geen kerk van Jezus Christus!”

Ik kan niet anders dan met daar van harte bij aansluiten! Wat een inspirerende bijeenkomst daar in Kingston. Of zoals het tijdens één van de vele mooie vieringen werd gezegd: En het geschiedde in die dagen in het jaar van onze Heer, 2011, dat de wereldkerk bijeen kwam in Kingston Jamaica, om de overwinning van de vrede over geweld
en rechtvaardigheid  over onrecht te vieren….

Amen, moge het zo zijn!
 
Kees Nieuwerth

 

 

 

Website van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland | Bisschoppelijk bureau: Kon. Wilhelminalaan 3, 3818 HN Amersfoort | Tel. 033 - 462 08 75