Mariavieten in Polen

100 jaar Mariavieten

Ieder jaar op 15 augustus is het in het ten noorden van de Poolse hoofdstad gelegen Plock aan de Weichsel een drukte van belang. Enkele duizenden leden van de Oud-Katholieke Kerk van de Mariavieten maken dan hun jaarlijkse pelgrimage naar de kathedraal, die de bijzondere titel draagt van Tempel van Genade en Liefde.

Wie zijn de Mariavieten?
In de crypte van die kerk ligt de door hen als een heilige vereerde moeder Maria Francisca Kozlowska (1862-1923) begraven. Zij kan worden beschouwd als de stichteres van de kerk van de Mariavieten, die als een hervormingsbeweging in de Rooms-Katholieke Kerk in het toen onder Russisch bestuur staande Polen aan het einde van de 19e eeuw ontstond. Zij wilde het (haars inziens bijzonder verwereldlijkte) leven van de Poolse geestelijken van die dagen modelleren naar het leven van de H. Franciscus van Assisi.
In 1893 ontstond er een priestervereniging, waarvan de leden het leven van Maria wilden navolgen (vandaar de naam Mariae vita). De R.K bisschoppen volgden deze beweging argwanend. Het gevolg was dat in 1904 het H. Officie de priestervereniging verbood. De ongeveer 70 priesters en evenveel nonnen wilden zich daarbij niet neerleggen. Ze werden daarbij gesteund door talrijke gelovigen in de parochies waar Mariavietenpriesters pastoor waren. In 1906 escaleerde de zaak toen de Mariavieten een appèl op paus Pius X hadden gedaan. Hij veroordeelde de beweging echter en deed op 5 december 1906 Jan Kowalski, de leider van de priestervereniging, en moeder Kozlowska in de ban (de eerste keer in de geschiedenis dat een vrouw met name door de paus werd geëxcommuniceerd). Het gevolg was een scheuring in de Poolse R.K. kerk.
Door bemiddeling van een Russische lekentheoloog, die zich zeer voor intercommunie tussen de Oud-Katholieke Kerken van de Unie van Utrecht en de Russisch Orthodoxe Kerk inzette, werd er tussen de Mariavieten en de Oud-Katholieken contact gelegd. Het gevolg was dat de Mariavieten tot de Unie van Utrecht toetraden en Jan Kowalski in 1909 te Utrecht de bisschopswijding ontving.

In de eerste jaren ontwikkelde de kerk van de Mariavieten - ondanks heftige, soms gewelddadige tegenstand van de R.K. Kerk - zich voorspoedig. Zij telde toen zo'n 100.000 leden, meestal boeren en arbeiders. Een kenmerk van de Mariavieten was niet alleen hun vroomheid, die zich vooral uitte in een diepe verering voor het H. Sacrament van de Eucharistie en de H. Maagd Maria, maar ook in een grote maatschappelijke activiteit. Er werden door hen niet alleen scholen, maar ook fabrieken en modelboerderijen in het leven geroepen.
De Eerste Wereldoorlog - waaruit Polen als een onafhankelijke staat tevoorschijn kwam - bracht grote verliezen toe aan de Mariavieten. Tegelijkertijd nam bij hen de Mariaverering toe en werd er door de Mariavieten hoe langer hoe meer grote waarde toegekend aan de privé-openbaringen die moeder Maria Koslowska in visioenen van Jezus zou hebben ontvangen. Na haar dood ontspoorde dit geheel en al, met als gevolg dat bisschop Kowalski en zijn kerk in 1924 "voorlopig" uit de Unie van Utrecht werden gesloten. Kowalski (die o.a. overging tot het wijden van vrouwen tot priester en bisschop en huwelijken tussen priesters en nonnen invoerde) werd uiteindelijk in 1935 afgezet. Hij legde zich daar niet bij neer en ging met een kleine groep aanhangers op het landgoed Felicjanow wonen, waar er nu nog steeds enkele honderden volgelingen moeten leven).

Voorzichtige hernieuwde toenadering
De groep die Kowalski had afgezet keerde terug naar de basis van de Unie van Utrecht. Er werden geen vrouwen meer gewijd (nu zijn ze zelfs tegenstander van de wijding van vrouwen tot het ambt!). De Tweede Wereldoorlog en de daarop volgende communistische machtsovername in Polen verhinderden een hernieuwde toenadering tot de Unie van Utrecht.  Het duurde tot 1972 voordat er weer officiële contacten kwamen. In dat jaar bezochten o.a. de Nederlandse bisschoppen Kok en Van Kleef  Plock en voerden namens de Internationale Bisschoppen Conferentie gesprekken over een hernieuwde opname van de Mariavieten in de Unie. De geschiedenis en de eigen spiritualiteit van de Mariavieten zorgden er echter voor dat niet iedere oud-katholieke kerk daar zonder meer mee kon instemmen en eenstemmigheid is daartoe binnen de Unie een vereiste. Het gevolg is geweest dat alleen de Nederlandse Oud-Katholieke Kerk een praktische stap heeft gezet en een band van intercommunie met de Mariavieten heeft gesloten.

Bij de viering van het 100-jarig bestaan van de priestervereniging van de Mariavieten in 1993 waren er verschillende oud-katholieke bisschoppen naar Plock afgereisd, maar daarna kwam de toenadering tot een stilstand. Eén van de redenen was het feit dat nu binnen de kerken van de Unie niet alleen over de wijding van vrouwen werd gesproken, maar dat een aantal kerken daar ook toe overging. Ook het feit dat er in Polen sedert de twintiger jaren van de vorige eeuw  de Pools-Katholieke Kerk bestaat die lid van de Unie van Utrecht is maakt één en ander kerkrechtelijk gecompliceerd.

Toch bestaat bij de Mariavieten (die ca. 25.000 leden telt en die een actieve rol speelt in de oecumenische beweging) nog steeds de wens om weer in de Unie te worden opgenomen. Op de Assemblee van de Wereldraad van Kerken in Porto Allegre begin dit jaar nodigde Wlodzimierz Jaworski, de eerste bisschop van de Mariavieten, de aartsbisschop van Utrecht, dr. Joris Vercammen, uit om de viering van het 100-jarig bestaan van de kerk van de Mariavieten op 15 augustus van dit jaar bij te wonen. De aartsbisschop zond als zijn persoonlijke vertegenwoordiger kanunnik drs. Wietse van der Velde naar Plock.

De ontmoeting met de Mariavieten en de hun kenmerkende vroomheid was een bijzondere ervaring. Tijdens de hoogmis op 15 augustus, het feest van het ontslapen van de H. Maagd Maria, waren de kathedraal en de terreinen van het klooster waar het deel van uitmaakt (waarin overigens nog maar één non woont) afgeladen vol met zo'n 4 tot 5.000 gelovigen die van heinde en ver waren aangereisd. De oecumene was breed vertegenwoordigd: o.a bisschop Wictor Wysoczanski van de Pools-Katholieke Kerk, de metropoliet van de Poolse Orthodoxe Kerk, de Lutherse en de Methodistische bisschoppen en twee Rooms-Katholieke bisschoppen (de één was de voorzitter van de oecumenische raad van de Poolse R.K. bisschoppenconferentie, de ander lid van de commissie voor de dialoog tussen de R.K. Kerk en de Mariavieten).

Brief aartsbisschop Vercammen
Aan het slot van de viering die al met al drieëneenhalf duurde werden door de oecumenische gasten groetwoorden voorgelezen. Als eerste werd de brief van de aartsbisschop van Utrecht voorgelezen. Daarin werd gewezen op de contacten - met hun ups and downs - in de afgelopen eeuw en op de band van intercommunie tussen de Nederlandse kerk en de Mariavieten die er nu weer bestaat en die naar zijn overtuig een sterke basis heeft gelegd voor een bredere samenwerking in de toekomst. De bisschop memoreerde in het bijzonder de nauwe band tussen de Franciscaans geïnspireerde spiritualiteit van de Mariavieten en hun traditionele maatschappelijke betrokkenheid. Kerk zijn betekent in dienst aan de Heer en zijn evangelie vreugde brengen in het leven van mensen die leven in moeite en zorg. De brief eindigde met een citaat uit het evangelie van Johannes waarin de Heer Jezus bidt voor de eenheid van zijn volgelingen opdat de wereld mag geloven. Dat gebed van de Heer van de Kerk roept ons op om te werken aan verzoening tussen de kerken zodat zij vrede en solidariteit aan de wereld kan verkondigen.

Met - begrijpelijkerwijze - meer dan gewone belangstelling werd er daarna geluisterd naar de toespraak van  de vertegenwoordiger van het rooms-katholieke episcopaat. Daarin werd o.a. gewezen op het belang van een verdergaande dialoog tussen de beide kerken, iets wat nog niet zo lang geleden ondenkbaar was.
In zijn antwoord betuigde bisschop Jowarski in het bijzonder zijn dank voor het feit dat de Kerk van Utrecht - waaraan zijn kerk de bisschoppelijke successie ontleend - op deze dag vertegenwoordigd was en dat de aartsbisschop zich per brief aan de aanwezigen had gericht.
Dat dit door de leden van zijn kerkgemeenschap werd gedeeld, bleek uit verschillende reacties van andere Mariavieten, die lieten blijken dat zij hoopten met behoud van hun eigenheid weer deel te mogen worden van de Unie van Utrecht.

© WvdV/Biss.Bureau, 2006 

Website van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland | Bisschoppelijk bureau: Kon. Wilhelminalaan 3, 3818 HN Amersfoort | Tel. 033 - 462 08 75