Zesde Zondag van Pasen

Homilie door past.R.Robinson

Als pastoor van Arnhem was ik een paar weken terug uitgenodigd voor een vergadering van Hart voor Arnhem. Dit is een samenwerking van enkele evangelicale kerken. Kerken zoals de Pinkstergemeenten en de Baptistenkerk. Ook de man van de Alpha-cursussen was erbij. Als Oud-katholiek was ik een vreemde eend in de bijt. Terwijl wij in Arnhem met ruim twintig man in de kerk zitten op zondag en zo'n 140 leden hebben, hadden mijn gesprekspartners kerken met 800 leden. De vergadering ging over een algemene toerusting voor vrijwilligers die huisgroepjes leiden. Zij moesten meewerken aan het discipelschap van de gemeenteleden. Uiteraard hadden wij in onze parochie niemand die een dergelijke kaderfunctie had, terwijl zij behoefte hadden aan toerusting voor samen zo'n 80 man. Echt meedoen aan dit project is voor de Arnhemse parochie dus niet mogelijk. De ontmoeting was wel ontzettend leerzaam en boeiend.

Het is een vraag die ik in meerdere kringen binnen onze kerk hoor opkomen: Waarom barsten Pinkstergemeenten en Baptistenkerken uit hun kerkgebouwen, terwijl wij niet eens voldoende mensen hebben om onze kleinere kerkgebouwen in stand te houden. Op de synode is aan de orde geweest hoe wij als parochies moeten inleveren als we niet voor 15% groei zorgen. De vraag waarom wij krimpen, terwijl zij blijven groeien is een uitdagende vraag. Daarom wordt de vraag vaak uit de weggegaan onder het mom: in die kerken is veel verloop. Mensen stromen erin en eruit. Zo'n soort kerk willen we toch niet zijn. Zij kunnen de moeilijke en genuanceerde boodschap niet verkondigen, maar geven een verkorte en populaire visie. Misschien is hier iets van waar, maar zeker is dat aan deze kerken op deze wijze geen recht wordt gedaan. Waarschijnlijk proberen we ons in te dekken voor het feit dat die kerken wel het evangelie aan de mensen kunnen verkondigen en wij niet.

Hoe nu verder? Dat is een vraag waar we als Oud-katholieke kerk voor staan. Een vraag waar u hier in Hilversum mee aan de slag bent gegaan, een vraag waar ik zelf mee aan het werk moet in mijn eigen parochie. Het is ook een vraag waarop niemand ons een pasklaar antwoord kan geven. We zullen het zelf moeten vinden. Of niet? We hoeven het antwoord niet helemaal zelf te vinden. De vraag: Hoe nu verder? is ook de vraag waar de leerlingen van Jezus voor stonden in de evangelielezing. Het werd duidelijk dat Hij van hen weg zou gaan. De grote verslagenheid van Goede Vrijdag waren ze te boven gekomen. Ze hebben Jezus als verrezen Heer gezien en herkend en waren nog met Hem. Ze voelden zich veilig in Zijn aanwezigheid, maar bij het vooruitzicht dat Jezus weer weg gaat, valt die zekerheid weg.

In feite lijkt dit op de ervaring van ons kerk-zijn van vandaag. We kunnen ons de gloriedagen van de kerk nog herinneren of minstens de resten en foto's ervan bekijken. We wentelen ons misschien graag in die herinnering toen onze kerken nog vol zaten, we in meerdere plaatsen meer dan één kerk hadden. Toen er nog pastoors waren die zich helemaal aan een parochie konden wijden. Vanuit die herinnering en ervaring kijken we naar de kerk van  nu. We hebben een rijke traditie, die misschien wel aan franje moet inboeten, maar die we niet kwijt willen. De Oud-katholieke traditie geeft ons veiligheid. Zo was het goed, ook al gaat het nu wat minder.

Vanuit die ervaring van veiligheid met het vooruitzicht om dat te verliezen, kunnen we naar Jezus' woorden kijken. De leerlingen stonden immers in dezelfde schoenen.
Jezus zegt drie dingen: Hoewel Jezus weggaat, zullen Hij en Zijn Vader diegenen liefhebben, die zich aan Jezus' woorden houden. Jezus en de Vader zullen bij hem of haar zijn. Wanneer we dus ons houden aan wat Jezus ons geleerd heeft, kunnen we de nabijheid van Jezus, van God ervaren. Mogen we op Hem vertrouwen, ons met Hem verbonden voelen. Verder belooft Jezus de pleitbezorger, in het Grieks de paraklitos, de heilige Geest. De heilige Geest zal ons bijstaan in ons geloof, zal ons helpen de woorden te vinden om van Jezus te getuigen en ons helpen de juiste beslissingen te nemen. Hoewel Jezus dus weggaat, zal de Geest ons bijstaan, zodat we ons door haar veilig mogen voelen. Tenslotte geeft Jezus de vrede. Het is niet de vrede zoals die in de wereld te vinden is, geen vrede die betekent dat je met niemand ruzie hebt. Het is een vrede die voortkomt uit de verbondenheid met God. Ondanks alles wat de leerlingen zullen moeten doorstaan, mogen zij zich geborgen weten in Jezus Christus. Het is een innerlijke vrede, die het mogelijk maakt om te getuigen van de Heer.

Deze drie beloften van Jezus gelden voor alle leerlingen van Jezus, dus ook voor ons. Zeker nu we in een onzekere tijd zitten. We weten en beseffen dat we als kerk niet zo maar door kunnen gaan zoals we dat de afgelopen 50 jaar hebben gedaan. We moeten niet proberen te conserveren wat we hebben als een kostbaar antiek voorwerp dat het best behouden blijft in een museum. De kerk is een middel om de mens met God te verbinden. Zij is geen doel op zich, want in de Openbaring van Johannes staat dat in het nieuwe Jeruzalem geen tempel zal zijn, want de Heer zelf is de tempel met het lam. We moeten op zoek gaan naar nieuwe mogelijkheden en kansen niet om de kerk te behouden, maar om kerk te zijn. 15% groei zullen we niet bereiken als we willen blijven steken in het veilige verleden, maar alleen door op weg te gaan.

Over twee weken is het Pinksteren. We vieren dan dat de heilige Geest wordt uitgestort over de leerlingen. Het is het begin van de kerk als voortzetting van de missie van Jezus. De Geest waait door de kerk en wij mogen ons laten meevoeren in die wind. De Geest waait echter wel waar zij wil en niet waar wij willen. Laten we met moed en vertrouwen het onzekere pad inslaan. Laten we ons open stellen voor Geest en brandend van binnen aan het werk gaan. En laten we beseffen dat we het niet alleen hoeven te doen; God is deze missie van Jezus begonnen. Hij zal hem ook voltooien. Amen.

Preek gehouden door R.Robinson te Hilversum, 13 mei 2007 (Zesde Zondag van Pasen).

 


 

 

Website van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland | Bisschoppelijk bureau: Kon. Wilhelminalaan 3, 3818 HN Amersfoort | Tel. 033 - 462 08 75