Een van de meest duidelijke kenmerken van een traditionele katholieke kerk is de geur van wierook. Als je een goed katholieke kerk binnenkomt, dan moet je ergens de geur van wierook nog kunnen ruiken. Wierook heeft in de liturgie allerlei betekenissen. Zij staat symbool voor het opstijgende gebed, de zoete geur van Gods liefde. Iemand bewieroken is die persoon eren en de status van koning toewijzen. Wierook is wordt geofferd en is tegelijkertijd het geurende teken van Gods liefde als antwoord.
Wierook is ook erg controversieel. In New Age kringen wordt zij graag gebruikt om te zuiveren en te inspireren. Bij uitvaartcentra en crematoria is zij altijd onderwerp van discussie, omdat de geur van wierook de volgende gebruiker van de ruimte wel eens tegen de borst zou kunnen stuiten. In oecumenische kringen is wierook vanwege het expliciet katholieke karakter ervan uit den boze. Ook onze Anglicaanse zusterkerk debateert heftig over het wel of niet gebruiken van wierook.
In onze kerk is wierook niet weg te denken. Dat komt om de sterke symboliek die het heeft zoals ik zo juist al zei, maar ook vanwege alle associaties van kerkelijkheid en religiositeit die we ermee leggen. Maar ook in onze kerk hoor je regelmatig klachten over de sterkte of het veelvuldige gebruik van wierook.
Op hemelvaartsdag is wierook bij uitstek een geschikt symbool. Net zoals wierook zagen de leerlingen Jezus opstijgen. Hij werd aan hun zicht onttrokken zoals wierook op een bepaald moment niet meer zichtbaar is. Maar de indruk, de booschap en de liefde van Jezus zijn onuitwisbaar voor zijn volgelingen, zoals de geur van wierook nog lang achterblijft. Jezus' hemelvaart is een moeilijk moment voor Zijn leerlingen. Nadat ze het dieptepunt van de kruisdood te boven waren gekomen, waren ze in jubelstemming door de verrijzenis. Jezus was weer met hen. Nu gaat Hij weer weg. Weer wordt hun verwachting teleurgesteld. Ze hadden verwacht dat na Zijn overwinning op de dood Jezus nu wel een einde zou maken aan de Romeinse overheersing. Ze vragen: 'Heer, gaat u dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen?'. Jezus geeft aan dat de leerlingen niet mogen weten wanneer Gods heerschappij aanbreekt. Bovendien gaat het niet alleen om het koningschap van Israël. De leerlingen moeten wel in Jeruzalem en Judea getuigen, maar ook in Samaria en over de hele wereld. Jezus verbreedt het heil dat de leerlingen verwachten tot het heil voor alle mensen. Het koninkrijk van God zal niet aanbreken. Het is al begonnen met het leven van Jezus. Het is al aan de gang, alleen het is nog niet voltooid. Eerst moeten de leerlingen Jezus navolgen en in woord en daad getuigen van Hem.
Hier wordt duidelijk waarom Jezus in de hemel werd opgenomen. Jezus had Zijn missie op aarde volbracht. Hij heeft de wil van Zijn Vader verkondigd, Hij heeft mensen laten ervaren door wonderen en tekenen wat het is om kind van God te zijn. Hij heeft zelfs tot in de dood van God getuigd en zelfs de dood overwonnen. Daarom lezen we ook in de Hebreeënbrief dat de verzoening die Jezus tot stand heeft gebracht, voor eeuwig is. Jezus is niet als de hogepriester van het Oude verbond die ieder jaar een offer moest brengen om de zonden van het volk vergeving te laten krijgen. Jezus brengt maar één offer, een volmaakt offer. Hij geeft zichzelf in volledige gehoorzaamheid aan Zijn Vader. Meer kon Jezus niet doen om aan ons mensen duidelijk te maken wat God van en met ons wil. Nu moeten wij, zijn navolgelingen verder gaan. Jezus' missie is ten einde, de onze is begonnen. Zolang Hij hier op aarde was, hoefden de leerlingen niets te doen. Zij gingen met Jezus mee, waren getuigen, maar hoefden zelf niet te getuigen. In feite hadden ze nog niet begrepen dat Gods koninkrijk al was aangebroken. Jezus wil dat mensen actief meewerken aan Gods koninkrijk door zelf die gemeenschap te vormen, waarin Hij aanwezig kan zijn.
Daarna wordt Jezus in de hemel opgenomen bij de Vader. De engelen verschijnen. De leerlingen van Jezus moeten niet naar de hemel blijven staren. Ze moeten niet stilstaan en wachten op de komst van het rijk Gods. Het is immers al begonnen. Ze moeten zelf aan het werk. Daarom gaan ze na Jezus' hemelvaart terug naar Jeruzalem en wachten daar op de heilige Geest, die hen de kracht en wijsheid zal geven om Jezus na te volgen en de kerk te stichten als teken van Gods koninkrijk op aarde.
Daar staan wij nu, ook volgelingen van Jezus. De leerlingen wachten op de doop met de heilige Geest, wat we met Pinksteren zullen vieren. Wij zijn al gedoopt met water en met de Geest. Wij delen al in de gaven van de Geest en in de opdracht om Gods koninkrijk gestalte te geven in deze wereld. Dat is de opdracht waar wij voor staan als christenen in de wereld, als Oud-katholieke kerk van Nederland en als Sint-Willibrordusparochie in Arnhem. Wie op de gemeentevergadering was afgelopen maandag heeft kunnen horen dat onze kerk moet groeien, uiteraard in kwaliteit, maar ook in kwantiteit. 15% groei om te voorkomen dat we moeten inkrimpen in de middelen waarmee we ons kerkzijn gestalte geven.
Afgelopen zondag heb ik in Hilversum gepreekt over het verschil tussen de Pinksterkerken en de Baptisten. Er zijn kerken die groeien, terwijl wij kleiner worden. Onze situatie roept vragen op, brengt onzekerheid, maar de woorden van Handelingen moeten ons wakker schudden. Sta niet naar de hemel te staren. Het konkrijk Gods is al aangebroken. Laten we ons niet bezig houden met getallen, met 15% groei, met begrotingen en andere zaken die noodzakelijk zijn voor het behoud van de kerk. Dat is immers niet onze opdracht. Onze opdracht als gedoopten is te getuigen van Jezus als de Christus, te vertellen dat Gods konkrijk is aangebroken en oms als kerk teken hiervan te zijn. Pinkster- en baptistenkerken doen dit op hun manier. Ze stralen hun overtuiging uit in hun woorden, in hun gezang en zelfs in hun gedans. Dat kunnen wij Oud-katholieken ook. Misschien niet op dezelfde manier, maar op een katholieke manier door te getuigen wat de kerk voor ons betekent, te vertellen welke inspiratie wij uit de Bijbel halen, hoe wij in onze gebeden met God in contact komen en hoe wij in onze gemeenschap, in het vieren van de eucharistie en in het delen van Zijn Lichaam en Bloed, Gods nabijheid ervaren. Hoe wij geloven en voelen dat Gods koninkrijk is aangebroken.
Wierook wordt door veel niet-katholieken verwenst en niet begrepen. Voor ons is het een symbool, vooral van Gods liefde. In deze 21e eeuw, waarin ons katholieke geloof niet meer vanzelfsprekend is, wanneer onze kerk aan het afbrokkelen is, staan wij voor de uitdaging om op onze Oud-katholieke manier te getuigen van de hoop die ook in ons leeft. Het rijk Gods is aangebroken. Amen.
Homilie gehouden door past.Remco Robinson te Arnhem op Hemelvaartsdag, 17 mei 2007.
Geloof dat probeert te begrijpen
Een oud-katholieke theologische
benadering van de hand van
Mattijs Ploeger. Een nieuw deel
in de Seminariereeks.
Website van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland | Bisschoppelijk bureau: Kon. Wilhelminalaan 3, 3818 HN Amersfoort | Tel. 033 - 462 08 75