Vandaag vindt in Huissen, het stadje dat aan Arnhem grenst een sacramentsporcessie plaats. Huissen is een van de weinige plaatsen in Nederland waar dat nog plaatsvindt. De geconsacreerde hostie wordt in een monstrans onder een baldakijn de stad door gedragen vergezeld door de notabelen, gilden en de schutterij.
Afgelopen woensdagavond, de eigenlijke vooravond van sacramentsdag hadden we een vesperdienst met uitstelling van het sacrament en zegening met de hostie kunnen hebben, ware het niet dat we in deze parochie geem monstrans hebben. Mij is ook wel eens gevraagd waarom we het hier niet doen en waarom in andere parochies het zegenen met de hostie aan het verdwijnen is.
In alle recente brochures en boeken over onze kerk wordt gezegd dat wij een iets andere opvatting over de hostie hebben dan de Rooms-katholieke kerk. In onze kerk zijn de euchatistie en de communie onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Hosties worden wel bewaard na de viering en zijn nog steeds tekenen van Christus' aanwezigheid. Toch willen we zo min mogelijk communiceren vanuit de ciborie uit het tabernakel. We gebruiken zo veel mogelijk de gaven van de eucharistie die we ter plekke vieren. Bewaarde hosties zijn voor zieken en stervenden of mensen die om andere redenen niet bij de eucharistie konden zijn. Een dienst van schriftlezing en gebed met communie doen we ook alleen in bijzondere gevallen.
Vroeger was dit anders. Velen van u kunnen zich dat nog wel herinneren. Het heilig lof werd vaak gevierd. Het bewaarde sacrament was erg belangrijk als devotieplek. Het sacrament kon urenlang aanbeden worden. Waarom is dat verdwenen? Hebben we minder ontzag voor het sacrament? Heeft het zijn betekenis verloren? Het verdwijnen van de aanbidding van het sacrament en de zegening met de hostie hangt samen met de opkomst van iets anders, het veelvuldig communiceren. In de Oude Kerk werd iedere zondag eucharistie gevierd met communie. In de Middeleeuwen begonnen Paulus' woorden dat wanneer je niet met een rein geweten communiceert, je eten en drinken jezelf veroordeeld. De geconsacreerde gaven van brood en wijn werden zo heilig en de mens tegelijkertijd zo zondig dat mensen niet meer te communie durfden te gaan. Dit werd zo erg dat het vierde Concilie van Lateranen de paascommunie verplicht stelde. Iedere christen moest met Pasen biechten en te communie. Paus Pius X heeft deze praktijk veranderd en ervoor gezorgd dat men iedere zondag ging communiceren. Ook mochten kinderen van 7 jaar in de Rooms-katholieke kerk te communie. In de Oud-katholieke traditie van het jansenisme werd nog veel langer nauwelijks gecommuniceerd. Te communie gaan bleef sterk verbonden met een rein geweten, hoewel de paascommunie verplicht was.
Toch verlangden mensen wel naar contact met God, naar een communie. Daarom communiceerde men geestelijk, de oogcommunie. Daarom werd het opheffen van de gaven bij de consecratie zo belangrijk. Daarom klonken altijd de altaar schellen. Mensen keken dan op om geestelijk te communiceren. Deze oogcommunie werd uitvergroot op de zondagmiddag. Dan ging men de vespers vieren voor het uitgestelde sacrament en kreeg men de zegen met het sacrament. Dit werd zelfs zo belangrijk dat in Utrecht in de 18e eeuw meer mensen naar de vespers met lof gingen dan naar de eucharistie.
Toen theologen van alle kerken weer opnieuw naar de bronnen gingen en zich gingen bezinnen op de betekenis van de eucharistie en de communie, kwam er verandering in deze praktijken. Men ging communiceren anders waarderen. De Oud-katholieke kerk die de kerk van de eerste 10 eeuwen als normatief beschouwt, kan niet anders dan terugkeren naar de praktijk van de Oude kerk, dus een eucharistieviering met communie van alle gedoopte en gevormde christenen op iedere zondag. Eucharistie en communie worden bij elkaar gehouden. Communiceren buiten de eucharistie kan alleen in speciale gevallen.
Maar betekent dit dan niet dat men minder eerbied heeft voor het lichaam en bloed van Christus? Is het niet juist een kans om de spiritualiteit te versterken als gelovigen het scarament aanbidden en vereren? Vereren ze dan niet juist Christus zelf op een directe wijze?
Het zou best kunnen dat gelovigen, zowel pastores als parochianen tegenwoordig minder eerbied hebben voor de geconsacreerde gaven. Vraagt u uzelf maar eens in hoeverre u gelooft en ervaart dat Christus na het eucharistisch gebed aanwezig is en bij de communie naar U toe komt. Misschien hangt het ook samen met een algehele afname van de timor Domini, de vreze des Heren. Toch geloof ik dat de Oud-katholieke praktijk geen spirituele verarming hoeft te zijn, maar juist een kans is. Het veelvuldig communiceren en het weinig aanbidden benadrukt een ander aspect van de eucharistie en de hosie. Nog steeds kunnen we vasthouden aan Christus' aanwezigheid onder de tekenen van brood en wijn. Hier hoeven we niets aan te veranderen. De nadruk ligt nu echter niet alleen op Zijn aanwezigheid, Zijn verschijning. De betekenis van de geconsacreerde gaven krijgen nu een extra dimensie. De gaven worden niet alleen aanbeden, maar ze worden geconsumeerd. We nemen het Lichaam en Bloed van Christus in ons op om één met de Heer te worden. Comunnie wordt nu een direct fysiek ervaarbare vereniging met Jezus Christus. De comunnie is niet alleen maar geestelijk, maar ook lichamelijk. Het Lichaam en Bloed van Christus zijn letterlijk voeding, spijs en drank die we ook als zodanig ervaren. Hiermee beantwoordt de kerk aan de opdracht die Jezus in het evangelie van vandaag aan zijn leerlingen geeft: 'Geven jullie hun te eten.' Waarom kan Jezus met zo weinig aan brood en vis de hele menigte voeden? Omdat Hijzelf het brood van het leven is. Eten van de gave die Jezus zelf is, geeft echte verzadiging. De honger naar God, naar redding en verlossing, wordt gestild door één te worden met Jezus. Dat stillen van de geestelijke honger wordt lichamelijk in het echt eten en drinken van brood en wijn. Hiermee worden we zelf omgevormd tot Lichaam en Bloed van Christus. Als de priester bij de communie de woorden 'Lichaam en Bloed van Christus' uitspreekt, dan is dat niet gewoon een aanduiding van wat hij of zij je voorhoudt. De woorden slaan net zoveel op de mensen zelf. In het communiceren worden we ook Lichaam en Bloed van Christus.
Het benadrukken van eucharistievieren en communiceren in plaats van het aanbidden van de hostie hoeft dus de eerbied voor de sacramenten niet te verminderen. Wel moeten we opletten dat er te communie gaan niet als iets wat erbij hoort, ervaren. In brood en wijn komt Christus tot ons en als we te communie gaan, mogen we ons verenigen met Hem. Door Hem omgevormd worden tot Zijn Lichaam, de ware bestemming van de kerk. Ik wens u voor straks een zalige communie.
Amen.
Homilie gehouden door past.Remco Robinson op Sacramentsdag, 7 juni 2007
Geloof dat probeert te begrijpen
Een oud-katholieke theologische
benadering van de hand van
Mattijs Ploeger. Een nieuw deel
in de Seminariereeks.
Website van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland | Bisschoppelijk bureau: Kon. Wilhelminalaan 3, 3818 HN Amersfoort | Tel. 033 - 462 08 75