Over religieus leiderschap

Homilie door past.R.Robinson op de Feestdag van de Verheerlijking op de berg

Op een reis naar Rome voor pastores merkte een wat oudere collega op dat we wel los van Rome waren, maar heel wat pausen hadden rondlopen. Inderdaad moet ik u bekennen dat veel pastoors een paus in de eigen parochie zijn. Kerkrechtelijk gezien heeft de pastoor in een parochie ook heel veel te zeggen. Problemen tussen pastoor en kerkbestuur komen voor, maar nog veel vaker is er een conflict tussen de pastoor en een collega priester die het waagt iets te doen in diens parochie. Als we het positief benaderen, dan kunnen we zeggen dat er nu eenmaal regels zijn - en die zijn vrij duidelijk - en dat een pastoor gewoon verantwoordelijk is en die verantwoordelijkheid ook neemt. Maar wanneer slaat dit verantwoordelijkheidsgevoel om in een onnodig verlangen naar macht en zelfverwerkelijking? Voel ik dat ik als pastoor mijn werk niet goed kan doen of dat iemand mijn pastorale beleid dwarsboomt of voel ik me in mijn trots aangetast. U begrijpt het, niets menselijks is een priester vreemd en de vraag hoe hij of zij met pastoraal gezag om moet gaan, komt iedere keer weer boven.

Religieus leiderschap is een van de thema's die in de lezingen van vandaag naar voren komen. In de Veertigdagentijd heb ik al iets verteld over de lezing uit Exodus en de evangelielezing. Zowel Mozes als Jezus zijn verworpen leiders. De verheerlijking op de berg en het stralende gelaat zijn het teken dat Mozes en Jezus de door God aangestelde leiders zijn.  Ook de tweede brief van Petrus heeft het over religieus gezag, de uitleg van de profetie. De auteur beklemtoont de waarde van de woorden van de profeten. De volgelingen van Jezus legden namelijk de Wet en de Profeten - zeg maar de Bijbel van toen - uit als een voorspelling van Jezus. De verheerlijking op de berg toont Jezus als de vervulling van de Wet en de Profeten, omdat de man de van de Wet, Mozes en dé profeet van de Eindtijd, Elia, naast Jezus verschijnen. Bovendien straalt Jezus' gelaat en klinken de woorden die we ook bij Jezus' doop hoorden: 'Dit is mijn Zoon, mijn uitverkorene, luister naar hem!' De lezing uit de tweede Petrusbrief eindigt met de woorden dat geen enkele profetie eigenmachtige uitleg toelaat. Hiervoor is de heilige Geest nodig. 

Deze laatste woorden hebben heel wat problemen opgeleverd in de kerkgeschiedenis. Naar de letter zouden we dus zeggen dat iedereen van wie we denken dat deze de geestesgave heeft voor schriftuitleg, dat ook mag doen. In de kerkgeschiedenis heeft dit ertoe geleid dat in de kerk het leergezag is ontstaan. Maar wie is de drager van dit leergezag? In de Rooms-katholieke kerk is het leergezag uiteindelijk bij de paus terechtgekomen. Als Oud-katholieken wijzen we de absolute macht van de paus af. Voor ons blijft de bisschop de hoogste gezagsdrager in zijn bisdom. De protestantse traditie leert dat iedere gedoopte bij het lezen van de Bijbel de heilige Geest krijgt om de Schrift goed te kunnen begrijpen. Protestantse gemeenteleden zijn vaak ook veel mondiger dan katholieke parochianen. Zij lezen zelf de Bijbel en wanneer de kerkenraad het niet eens is met de prediking van de dominee, dan kan deze uiteindelijk worden weggestuurd. Hier bepaalt de gemeente zelf wat de leer in geloof en zeden is. Maar dreigt de gemeente dan niet te verzanden in zelfbevestiging? Waar is dan de profetische stem?

Wie heeft de macht in een geloofsgemeenschap? Wie is de leider, wie bepaalt de geloofs- en zedenleer? Deze vraag is moeilijk te beantwoorden, dat leert ons de kerkgeschiedenis. Maar in deze tijd wordt het nog moeilijker, omdat we in onze samenleving geacht worden autonome individuen te zijn. Bovendien steken bisschoppen en pastores die op hun strepen staan, schril af tegenover de open en kwetsbare houding die Jezus in het evangelie aanneemt. Hoewel Jezus op eigen gezag onderwijst, staat nergens dat Hij een meningsverschil beëindigt door te roepen dat Hij de Zoon van God is. Wanneer kerkelijke leiders dit wel doen, worden zij niet langer serieus genomen. Hoeveel mensen luisteren er nog wanneer het Vaticaan voorbehoedsmiddelen verbiedt? Zou u gehoorzamen, wanneer de aartsbisschop van Utrecht zou bepalen dat bijvoorbeeld ongehuwd samenwonen niet meer mag of dat euthanasie verboden is? Of zou u dan reageren met de woorden: 'Bisschop, dat zoeken wij zelf wel uit.' Wie ook de macht heeft in de kerk, hij of zij moet rekening houden met mondige individuen. De tijd van de gehoorzame kudde is voorbij. Maar wat doen we dan nog met ons kerkelijk recht, met ons pastoorsschap of met het leergezag? Moeten we het dan afschaffen? Of botst dat met de woorden van de tweede Petrusbrief: geen enkele profetie laat eigenmachtige uitleg toe. Zijn we dan niet als het volk van de Hebreeën die met een gouden kalf het zelf wel uitzoekt, in plaats van naar de Wet van Mozes te luisteren? 

Religieus leiderschap, de kerkstructuur en een leergezag blijven noodzakelijk wil een kerk gedurende meerdere generaties blijven bestaan. Er moeten mensen zijn die bepalen hoe de traditie wordt doorgegeven, maar ook welke antwoorden we moeten geven op de uitdagingen van deze tijd. In onze kerk zijn we de afgelopen decennia wel anders tegen het uitoefenen van gezag aan gaan kijken. Herderlijke brieven van onze bisschoppen vertellen ons niet meer 'hoe het zit' of wat we moeten doen. Pastoors vertellen in de preek en tijdens de catechese niet meer wat mensen moeten denken of doen en op steeds meer gebieden hebben alle parochianen, gewijd of niet, invloed. Onze bisschop wordt gekozen, diakens en priesters worden alleen gewijd nadat het kerkbestuur van diens geschiktheid heeft getuigd en de aanwezigen hun instemming hebben gegeven. Ik moet u zeggen dat het hart verwarmend is als een volle kerk of kathedraal de wens uitspreekt dat je gewijd wordt. 

Religieus leiderschap in deze tijd vraagt van ons pastores dus een andere manier van omgaan met macht en gezag. Maar ook van u wordt iets anders gevraagd. Het gaat niet om gehoorzaamheid maar om vertrouwen en openheid. Wij kunnen en willen als pastores u niet meer voorschrijven hoe het zit of hoe het moet. Toch zoeken we als kerk naar de waarheid, naar het juiste handelen. Met andere woorden, de vragen: hoe zit de wereld in elkaar en wat moeten we doen, blijven wel staan. De enige manier om met deze vragen om te gaan, is om er over te praten, samen over te denken en in openheid en vertrouwen onze gedachten uit te wisselen. In feite vragen we u om niet te zeggen: 'Dat zoeken we zelf wel uit.' We vragen of u samen met ons en uw gemeenteleden wilt zoeken. Pastores en parochianen moeten samen de geloofsleer doorgeven en samen zoeken naar de antwoorden op de uitdagingen van deze tijd. Dat vraagt om het vertrouwen en de openheid om het gesprek aan te gaan, uw pastoor of bisschop het te laten weten als u het ergens niet mee eens bent en om open te staan voor opvattingen van anderen.  

Helaas zijn er nog steeds veel pausen in onze kerk, wordt het kerkelijk leiderschap in de vorm van persoonlijke macht beoefent. Dat kan alleen maar tot problemen leiden en waarschijnlijk zult u een dergelijke pastoor niet meer serieus nemen. Echt leiderschap is gebaseerd op vertrouwen, vertrouwen dat u als gemeente hebt uitgesproken bij de verkiezing van de bisschop en bij de wijding en installatie van uw pastoor. Laat dat vertrouwen de basis zijn, waarop we gezamenlijk op zoek gaan naar de juiste Weg, de Waarheid en het Leven dat Jezus is. Amen.

Homilie Verheerlijking van de Heer op de berg (Feestdag op 6 augustus) gehouden te Arnhem op 05-08-07 door pastoor Remco Robinson.

Reacties: 1-1
Door Gast: Klaske Wijkstra @ 2007-08-26 11:46:14
leiderschap
Hierop wil ik graag reageren. Ik ben getroffen door de evenwichtige houding van pastoor Robinson.
Het thema 'religieus leiderschap' is voor mij als protestant (met sympathie voor de OKK) een belangrijk maar ook delicaat onderwerp. Ik heb vele bestuurs-en kerkeraadsvergaderingen meegemaakt in twee gemeenten die zich profileren als "democratisch", 'laagkerkelijk' en 'liberaal'. In beide gemeenten deed en doet zich het volgende voor: wie het meest assertief en het meest welbespraakt is krijgt zijn zin. In feite bepalen kleine clubjes de koers die de gemeenten moeten varen. De gewone gemeenteleden zijn daar niet bij betrokken. Er is theoretisch een groot verschil tussen protestantse gemeenten en de OKK parochies, maar in de praktijk gaat het er in de protestantse gemeenten helemaal niet zo democratisch aan toe. Met wat goede wil kun je het beslissingsproces in de PKN een democratisch proces noemen, maar zeker op lokaal niveau is het helaas een proces dat slachtoffers maakt. Maar al te vaak zijn dat voorgangers.
Het is een beetje te vergelijken met onze monarchie. Amerikanen snappen daar niets van, ze vinden het niet democratisch en uit de tijd, maar in de praktijk hebben wij niets minder vrijheden dan de Amerikanen.
Hetzelfde zie je in de synagogen. Ieder Joodse man (bij de LJG ook vrouw) wordt geacht zelf de Tora uit te kunnen leggen, maar in de praktijk bepaalt het Opperrabbinaat hoe de gemeenten zich moeten gedragen.
Theoretisch gezien vind ik het "priesterschap van alle gelovigen" en het synagogale model het meest sympathiek, maar ik heb zoveel narigheid meegemaakt in deze context dat ik tot de conclusie ben gekomen dat een kerkmodel met een (gekozen) bisschop zo gek nog niet is! Alle goeds,
Klaske Wijkstra
Reacties: 1-1
De reageermogelijkheid is momenteel gesloten.

Website van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland | Bisschoppelijk bureau: Kon. Wilhelminalaan 3, 3818 HN Amersfoort | Tel. 033 - 462 08 75