Zondag van de 4e week |
Nooit heb ik een gebod overtreden… |
(De jongste van twee zonen vraagt zijn vader om zijn deel van de erfenis, trekt erop uit, verkwist al zijn geld, verliest al zijn vrienden, vindt een baantje als varkenshoeder, krijgt berouw en gaat naar huis…) Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem. "Vader," zei zijn zoon tegen hem, "ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden." Maar de vader zei tegen zijn knechten: "Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden." En ze begonnen feest te vieren. De oudste zoon (...) werd woedend en wilde niet naar binnen gaan, maar zijn vader kwam naar buiten en trachtte hem te bedaren. Hij zei tegen zijn vader: "Al jarenlang werk ik voor u en nooit ben ik u ongehoorzaam geweest als u mij iets opdroeg, en u hebt mij zelfs nooit een geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. Maar nu die zoon van u is thuisgekomen die uw vermogen heeft verkwanseld aan de hoeren, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht." Zijn vader zei tegen hem: "Mijn jongen, jij bent altijd bij me, en alles wat van mij is, is van jou. Maar we konden toch niet anders dan feestvieren en blij zijn, want je broer was dood en is weer tot leven gekomen. Hij was verloren en is teruggevonden." |
Lucas 15,11-32 |
Trouw. Afspraken houden. Geboden zijn afspraken die je op je neemt om een betrouwbare partner voor God te zijn. Maar geboden spannen ook een valstrik. Je kunt gaan denken dat je door je strikt te houden aan de regels ook een trouwe partner wordt. Dat is niet zo. Je bent wel voorspelbaar, maar het is de vraag of je ook een partner bent. Het onderhouden van geboden kan meer 'prestatie' worden dan een uiting van liefde voor de ander. God houdt van mensen en verwacht ons antwoord op die liefde. Zoals de vader in dit verhaal op de uitkijk staat. Wat er ook gebeurd mag zijn in het leven van een mens, wanneer hij/zij zich naar de Vader toekeert - bekeert - wacht een warme omhelzing en een 'facelift' tot de waardigheid die je als mens in principe hebt. De sandalen, de ring, het kleed, het feest: ze maken van een eigenwijze zwerver opnieuw een mens. De jongste zoon keert zich af van zichzelf om zich toe te keren naar de Vader. Dat mist de oudste zoon: hij cirkelt om zichzelf en is trots op zijn 'prestatie'. Aan 'liefde' komt hij niet toe. Zijn 'trouw' moet wel een misverstand zijn.
|
Barmhartige God,
u kijkt naar ons uit
dat wij ons zouden
toekeren naar u.
Haal ons uit onszelf,
uit onze dwaze ambities.
Keer ons naar u toe,
u die onze Vader wilt zijn
voor tijd en eeuwigheid.
|
|
|