|
| Woensdag van de 2e week |
| Op de sabbat! |
| In Jeruzalem is bij de Schaapspoort een bad met vijf zuilengangen dat in het Hebreeuws Betzata heet. Daar lag een groot aantal zieken, blinden, kreupelen en misvormden. Er was ook iemand bij die al achtendertig jaar ziek was. Jezus zag hem liggen; hij wist hoe lang hij al ziek was en zei tegen hem: 'Wilt u gezond worden?' De zieke antwoordde: 'Heer, als het water gaat bewegen is er niemand om mij erin te helpen; ik probeer het wel, maar altijd is een ander al vóór mij in het water.' Jezus zei: 'Sta op, pak uw mat op en loop.' En meteen werd de man gezond: hij pakte zijn slaapmat op en liep. Nu was het die dag sabbat. De Joden zeiden dan ook tegen de man die genezen was: 'Het is sabbat, het is niet toegestaan een slaapmat te dragen!' Maar hij zei tegen hen: 'Degene die mij genezen heeft, zei tegen mij: "Pak uw mat op en loop." 'Wie zei dat tegen u?' vroegen ze. Maar de man die genezen was kon niet zeggen wie het was, want Jezus was al verdwenen omdat daar zoveel mensen waren. Later kwam Jezus hem tegen in de tempel en toen zei hij tegen hem: 'U bent nu gezond; zondig daarom niet meer, anders zal u iets ergers overkomen.' De man ging aan de Joden vertellen dat het Jezus was die hem gezond gemaakt had. Het was omdat Jezus zulke dingen deed op sabbat, dat de Joden tegen hem optraden. Maar Jezus zei: 'Mijn Vader werkt aan één stuk door, en daarom doe ik dat ook.' |
| Johannes 5,1-18 |
Foei. Op sabbat! De genezene wordt ter verantwoording geroepen: u mag niet met een slaapmat lopen! Het kan verkeren, ben je net genezen, krijg je nu bijna een bekeuring. Iemand genezen mag best, een mat dragen mag best, maar niet op de sabbat! De man kan weer lopen, maar het werd hem niet gegund: het dragen van de mat was fout. Nooit aan gedacht: 'ik ben genezen en hij die me genezen heeft gaf mij de opdracht om met de mat te lopen.' Als genezene heeft hij de mat niet meer nodig, zijn genezing mag gezien worden, ook op sabbat, dus ook het lopen met de mat. Daardoor wordt God verheerlijkt, niet door het al of niet lopen met een mat, maar door het ruimte geven aan genezing en aan de genezene. Dat mag, dat moet, iedere dag, geen dag uitgezonderd.
|
|
Barmhartige God,
u komt aanwezig in ons leven en roept
ons op om te gaan, om onze taak in ons
leven op ons te nemen en niet
bij de pakken neer te gaan zitten.
U roept ons op uw werk in deze wereld
voort te zetten. Ik bid u dat ook ik,
in uw dienst en tot dienst aan mensen,
mijn werk, mijn doen en laten,
mag verrichten.
Opdat ik zo mag bijdragen aan het heil
in deze wereld, in uw Naam mensen
mag aanmoedigen hun mat op te nemen
en te dragen en zo voort te gaan op hun
levensweg.
|
|
|
