Maandag van de vierde week

 

 
 
Maandag van de 4e week
 Hij verdeelde brood onder de mensen
Daarna ging Jezus naar de overkant van het Meer van Galilea (ook wel het Meer van Tiberias genoemd). Een grote menigte mensen volgde hem, omdat ze gezien hadden welke wondertekenen hij bij zieken deed. Jezus ging de berg op, en ging daar met zijn leerlingen zitten. Het was kort voor het Joodse pesachfeest. Toen Jezus om zich heen keek en zag dat die menigte naar hem toe kwam, vroeg hij aan Filippus: 'Waar kunnen we brood kopen om deze mensen te eten te geven?' Hij vroeg dat om Filippus op de proef te stellen, want zelf wist hij al wat hij zou gaan doen. Filippus antwoordde: 'Zelfs tweehonderd denarie zou niet voldoende zijn om iedereen een klein stukje brood te geven.' Een van de leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, zei: 'Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen - maar wat hebben we daaraan voor zoveel mensen?' Jezus zei: 'Laat iedereen gaan zitten.' Er was daar veel gras, en ze gingen zitten; er waren ongeveer vijfduizend mannen. Jezus nam de broden, sprak het dankgebed uit en verdeelde het brood onder de mensen die er zaten. Hij gaf hun ook vis, zoveel als ze wilden. Toen iedereen volop gegeten had zei hij tegen zijn leerlingen: 'Verzamel nu de overgebleven stukken brood, zodat er niets verloren gaat.' Dat deden ze en ze vulden twaalf manden met wat overgebleven was van de vijf gerstebroden die men had gegeten.
Johannes 6,1-15
De evangelist heeft er duidelijk plezier in om ons over de wonderen van Jezus te vertellen. Er is brood nodig voor ongeveer vijfduizend man. En na het dankgebed begint Jezus te delen. Iedereen krijgt zoveel hij maar wil en blijven er nog twaalf manden vol brood over van de vijf broden, waar Jezus mee begon. Johannes verhaalt hier dat èchte levensmiddelen schaars zijn, ondanks de schijnbare overvloed. Ons ontbreekt het allernoodzakelijkste en alleen Jezus kan daarin overvloedig voorzien: brood, dat niet met geld te koop is. De evangelist spreekt voor mensen, die verder kijken dan hun neus lang is en die weet hebben van de levenshonger die niet in cijfers uit te drukken is. Hij maakt duidelijk wat het wonder te betekenen heeft: Jezus zelf is het brood, dat onze honger stilt. Zijn leven, dat hij uit liefde voor zijn vrienden geeft, is de overvloed waarin wij mogen delen. Dankzij Jezus is er voor allen genoeg en om dit brood van het leven te vermenigvuldigen hoeven we het voortaan alleen nog maar te delen.


God,
leer ons dat we ons verbazen
over uw mildheid en overvloed
en geef ons de vreugde
over de gezamenlijkheid.

Laat de hongersnood worden gestild
en de vervreemding ondervangen.

Wees onze gastheer,
ook bij de huiselijke maaltijd
en maak ons vertrouwd
met het grote nieuws
dat de dood van Eén
voor de anderen het brood betekent.

Daarvoor willen wij u dagelijks danken.

Reacties: Geen berichten
De reageermogelijkheid is momenteel gesloten.

Website van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland | Bisschoppelijk bureau: Kon. Wilhelminalaan 3, 3818 HN Amersfoort | Tel. 033 - 462 08 75