Zaterdag van de vierde week

 
 
Zaterdag van de 4e week
 De Mensenzoon zien opstijgen?
Veel leerlingen die het gehoord hadden zeiden: 'Dit zijn harde woorden, wie kan daarnaar luisteren?' Jezus wist wel dat zijn leerlingen protesteerden en zei tegen hen: 'Ergeren jullie je hieraan? Maar als jullie nu de Mensenzoon zouden zien opstijgen naar waar hij eerst was? De Geest maakt levend, het lichaam dient tot niets. Wat ik gezegd heb is Geest, en leven. Maar sommigen van jullie geloven niet.' Jezus wist namelijk vanaf het begin wie er niet geloofden en wie hem zou uitleveren. 'Daarom heb ik jullie gezegd,' zei hij, 'dat iemand alleen bij mij kan komen als het hem door de Vader gegeven is.' Toen trokken veel leerlingen zich terug en gingen niet verder met hem mee. Jezus vroeg nu aan de twaalf: 'Willen jullie soms ook weggaan?' Simon Petrus gaf antwoord: 'Naar wie zouden we moeten gaan, Heer? U spreekt woorden die eeuwig leven geven, en wij geloven en weten dat u de Heilige van God bent.' Jezus zei: 'Ikzelf heb jullie alle twaalf uitgekozen, en toch is een van jullie een duivel.' Hiermee doelde hij op Judas, de zoon van Simon Iskariot, want hij, een van de twaalf, zou hem uitleveren.
Johannes 6,60-71
Geloof of ongeloof. De evangelist stuurt aan het eind van het verhaal over het brood op een beslissing aan. Onze beslissing. Het gaat niet langer over 'de Joden' als de gesprekspartners van Jezus. Wij zijn het die in de kring van de leerlingen staan. Aan Judas en Petrus lezen we het af. Weggaan of blijven. De ergernis van de leerlingen komt hard aan, terwijl het allemaal nog wel zo veelbelovend begon. Iedereen was enthousiast toen Jezus met vijf broden duizenden te eten gaf. Die opgetogenheid is echter snel bekoeld, als de betekenis ervan duidelijk wordt. Het gaat over Jezus' dood, het wijst vooruit naar zijn kruis. Het maakt ze kopschuw. Daarom probeert Jezus het voor een laatste keer: 'Maar als jullie nu de Mensenzoon zouden zien opstijgen naar waar hij eerst was?' Zijn dood is geen ondergang, maar opgang: de hoogste uiting van zijn liefde. Van Jezus, die zich voor ons tot in de dood heeft toegewijd, hebben we het heil te verwachten. Aan de graankorrel, die in de aarde gestorven is, danken we het levensbrood, dat onze honger stilt. Zo teren wij op Jezus' leven en hem navolgen betekent dat wij nu ook anderen laten teren op dat van ons.


God,
om echt vrij te zijn
heeft uw Zoon ons vrijgemaakt.
Als wij aarzelen en terugdeinzen
vragen wij u
de draagkracht van de heilige Geest.
Om ons hart te reinigen
van de verveling en de vervuiling.

Leer ons elkaar bij te staan
en de aarde trouw te blijven,
die u ons als woning hebt gegeven.
Want ter wille van haar is het
dat wij met uw Zoon
verbonden zijn geraakt.

Gedoopt in zijn dood,
met hem  opgewekt tot het leven.
Dat u ons zult laten zien
tijdens de bruiloft van het Lam.

 

Reacties: Geen berichten
De reageermogelijkheid is momenteel gesloten.

Website van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland | Bisschoppelijk bureau: Kon. Wilhelminalaan 3, 3818 HN Amersfoort | Tel. 033 - 462 08 75