Maandag van de vijfde week

 
 
Maandag van de 5e week
Ogen die opengaan
In het voorbijgaan zag Jezus iemand die al vanaf zijn geboorte blind was. Zijn leerlingen vroegen: 'Rabbi, hoe komt het dat hij blind was toen hij geboren werd? Heeft hij zelf gezondigd of zijn ouders?' 'Hij niet en zijn ouders ook niet,' was het antwoord van Jezus, 'maar Gods werk moet door hem zichtbaar worden. Zolang het dag is, moeten we het werk doen van hem die mij gezonden heeft; straks komt de nacht en dan kan niemand iets doen. Zolang ik in de wereld ben, ben ik het licht voor de wereld.' Na deze woorden spuwde hij op de grond. Met het speeksel maakte hij wat modder, hij streek die op de ogen van de blinde en zei tegen hem: 'Ga naar het badhuis van Siloam en was u daar.' (Siloam is in onze taal 'gezondene'.) De man ging weg, waste zich, en toen hij terugkwam kon hij zien. Zijn buren en de mensen die hem kenden als bedelaar zeiden: 'Is dat niet de man die altijd zat te bedelen?' De een zei: 'Ja, die is het,' en de ander: 'Nee, maar hij lijkt er wel op.' De man zelf zei: 'Ik ben het echt.' (...)Toen namen ze de man die blind geweest was mee naar de Farizeeën. De dag dat Jezus modder gemaakt had en zijn ogen geopend had, was namelijk een sabbat. Ook de Farizeeën vroegen hoe het kwam dat hij kon zien. En weer vertelde hij: 'Hij heeft wat modder op mijn ogen gedaan, ik heb me gewassen en nu kan ik zien.' Sommige Farizeeën meenden: 'Zo iemand komt niet van God, want hij houdt zich niet aan de sabbat,' maar anderen zeiden: 'Hoe zou een zondig mens zulke wondertekenen kunnen doen?' Er ontstond verdeeldheid.
Johannes 9,1-17
Waarom ben ik blind vanaf mijn geboorte? Waarom moet mij dit overkomen, deze ziekte en dit ongeluk? Is het een straf voor kwaad dat ik gedaan heb? Of erger nog: moet ik boeten voor wat mijn ouders misdaan hebben? De oude thematiek van het boek Job komt hier terug. Niks van aan zegt Jezus, hij en ook zijn ouders hebben hier geen schuld aan. Het zijn wel vragen die meteen voor je deur staan als er iets onaangenaams met je gebeurt. Johannes stelt Jezus voor als het Licht voor de wereld. Omdat een mens in Jezus gelooft kan hij zien. Zonder veel gepraat en gevraag over geloof doet de blinde gewoon wat Jezus van hem vraagt. Dit is misschien nog sterker dan vele woorden. Gewoon doen wat de Heer van je vraagt. Zo worden Gods werken zichtbaar. Wetten zijn er om mensen recht te doen en recht te houden. Maar soms moet je over de wetten heen springen om een mens te redden en het licht in zijn ogen terug geven. En daar staan dan weer die bewaarders van Gods wetten. Die zijn van alle tijden: iemand die de sabbatsrust overtreedt, kan niet van God zijn. Maar die een mens de ogen opent en geneest over de wet heen is toch wel van God?


Gij die de zon haar licht geeft,
Gij die onze ogen opent voor geloof,
Gij die een mens weghaalt uit de duisternis.

Goede en Barmhartige God,
maak dat wij zien kunnen
waar het echt over gaat in ons leven.


 

Reacties: Geen berichten
De reageermogelijkheid is momenteel gesloten.

Website van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland | Bisschoppelijk bureau: Kon. Wilhelminalaan 3, 3818 HN Amersfoort | Tel. 033 - 462 08 75