|
| Dinsdag van de 5e week |
| God wel of niet zien |
| Maar de Joden wilden niet geloven dat hij blind geweest was en nu kon zien. Ze riepen zijn ouders en vroegen hun: 'Is dat uw zoon die blind geboren zou zijn? Hoe kan hij dan nu zien?' 'Dit is onze zoon,' zeiden zijn ouders, 'en hij is blind geboren, dat weten we zeker. Maar hoe hij nu kan zien, dat weten we niet, en wie zijn ogen geopend heeft, weten we ook niet. Vraag het hem zelf maar. Hij is oud genoeg om voor zichzelf te spreken.' (...) Toen riepen ze de man die blind geweest was weer bij zich. 'Geef Gód de eer,' zeiden ze, 'die man is een zondaar, dat weten we toch.' 'Of hij een zondaar is weet ik niet,' zei hij, 'maar één ding weet ik wel: ik was blind en nu kan ik zien.'(...) Als die man niet van God kwam, zou hij dit toch niet hebben kunnen doen?' Toen riepen ze: 'Jij, sinds je geboorte een en al zonde, wil jij ons de les lezen?' En ze joegen hem weg. Jezus hoorde dat en zocht hem op. Hij vroeg: 'Gelooft u in de Mensenzoon?' 'Als ik wist wie het was, heer, zou ik in hem geloven,' zei hij. 'U kijkt naar hem en u spreekt met hem,' zei Jezus. Toen zei de man: 'Ik geloof, Heer,' en hij boog zich voor Jezus neer. Jezus zei: 'Ik ben in de wereld gekomen om het oordeel te vellen. Dan zullen zij die niet zien, zien en zij die zien, zullen blind worden.' Een paar Farizeeën die bij hem stonden en dat hoorden, zeiden: 'Wij zijn toch zeker niet blind!' 'Was u maar blind,' zei Jezus, 'dan zou u zonder zonde zijn. Maar u beweert dat u kunt zien, en dus blijft uw zonde. |
| Johannes 9,18-41 |
'De naam is Haas'. Het is de reactie van de ouders van hun genezen blinde zoon als ze op het matje worden geroepen. Eigenlijk wordt iedereen hier voor de keuze gesteld of God de eer krijgt. De vraag wie Jezus is, is de vraag naar God zelf. Wie over Jezus spreekt krijgt een beeld van God. Alles draait rond vers 24: 'Geef eer aan God'. De zin vind je terug in vele kerken, liefst in grote letters en in het Latijn: Soli Deo Gloria. De godsdienstige wijsneuzen houden vol dat de blindgeborene door eigen schuld en zonde blind is. Ga met zulke heren maar eens op ziekenbezoek. De blindgeborene laat zich niet intimideren, hij is overtuigd dat zijn genezer van God is. Ze jagen hem weg. Dit zullen ze ook met Jezus doen en erger. Er komt een gesprek. Jezus vraagt de ex-blinde om geloof in de mensenzoon. 'Als ik wist wie de mensenzoon is dan zou ik geloven' zegt de man. 'U kijkt naar hem', zegt Jezus. Zo gaat dat: zij die blind zijn kunnen God zien en zij die ogen hebben zien God niet. En nog even tegen die sabbatregelaars: Jezus bepaalt zelf wie ziende is en wie blind.
|
|
God van licht,
God van vertrouwen,
geef dat wij mogen zien
dat Jezus door u
naar ons is gestuurd.
Sta naast ons
en maak ons sterk
om Jezus te herkennen,
die als wij blind zijn
ons de ogen opent.
|
|
|
