Woensdag van de vijfde week

 

 
 
Woensdag van de 5e week
Rover en herder
'Wie de schaapskooi niet binnengaat door de deur maar ergens anders naar binnen klimt, is een dief of een rover. Wie door de deur naar binnen gaat, is de herder van de schapen. Voor hem doet de bewaker open. De schapen luisteren naar zijn stem, hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. Wanneer hij al zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen. Iemand anders volgen ze niet, ze lopen juist van hem weg omdat ze de stem van een vreemde niet kennen.' Jezus vertelde hun deze gelijkenis, maar ze begrepen niet wat hij bedoelde. Hij ging verder: 'Waarachtig, ik verzeker u: ik ben de deur voor de schapen. Wie vóór mij kwamen waren allemaal dieven en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd. Ik ben de deur: wanneer iemand door mij binnenkomt zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen, en hij zal weidegrond vinden. Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid. Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen. Een huurling, iemand die geen herder is, en die niet de eigenaar van de schapen is, laat de schapen in de steek en slaat op de vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen. De wolf valt de kudde aan en jaagt de schapen uiteen; de man is een huurling en de schapen kunnen hem niets schelen. Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij, zoals de Vader mij kent en ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen.'
Johannes 10,1-18
Volgens Johannes begrijpen de Farizeeën niets van de gelijkenis van de herder en zijn schapen. En Jezus begint nog dan nog maar eens opnieuw; een aansporing aan de lezers om goed te verstaan waar het over gaat. Over vreemde herders die zich op onrechtmatige wijze de toegang tot de schaapskooi hebben binnengeramd. Over schapen die hun stem niet kennen en op de loop gaan. Over huurlingen die alleen uit zijn op eigen profijt. Een centje bijverdienend, maar bij onraad of met een boze wolf in aantocht, kunnen de schapen hun gestolen worden. Over rovers die nooit langs de gewone deur binnenkomen. En over de herder die uit ander hout gesneden is. Die zijn leven geeft voor de schapen. Natuurlijk gaat het over de tegenstanders van Jezus, over de Farizeeën, over de hoge- en andere priesters die Jezus uit de weg willen ruimen. Een herder die begaan is met zijn schapen, die is gekomen om te redden, te genezen, te troosten en te zoeken, zo iemand past niet bij het godsbeeld van zijn tegenstanders. Een godsbeeld dat zij hebben aangekleed met hun eigen gewaden.


Goede Herder van de schapen,
spreek opdat wij uw stem herkennen.
Houdt het kwaad buiten ons leven
en bewaar ons in eenheid en vertrouwen

Reacties: Geen berichten
De reageermogelijkheid is momenteel gesloten.

Website van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland | Bisschoppelijk bureau: Kon. Wilhelminalaan 3, 3818 HN Amersfoort | Tel. 033 - 462 08 75