Donderdag van de vijfde week

 

 
 
Donderdag van de 5e week
Geloof en ongeloof
Toen de Joden weer stenen opraapten omdat ze hem wilden stenigen, zei Jezus: 'Ik heb door de Vader veel goeds voor u gedaan; waarom wilt u me stenigen?' 'Voor een goede daad zullen we u niet stenigen,' antwoordden ze, 'maar wel voor godslastering: u bent een mens, maar u beweert dat u God bent!' Jezus zei: 'Staat er in uw wet niet geschreven: "Ik heb gezegd: 'U bent goden'? De Schrift blijft altijd van kracht; als mensen tot wie God spreekt goden genoemd worden, hoe kunt u mij, door de Vader geheiligd en naar de wereld gezonden, dan beschuldigen van godslastering wanneer ik zeg dat ik Gods Zoon ben? Als wat ik doe niet van mijn Vader komt, geloof me dan niet, maar als dat wel het geval is en u gelooft me toch niet, geloof dan tenminste wat ik doe. Dan zult u begrijpen dat de Vader in mij is en dat ik in de Vader ben.' En weer wilden ze hem grijpen, maar hij ontsnapte. Hij ging terug naar de overkant van de Jordaan, naar de plaats waar Johannes eerder gedoopt had. Daar bleef hij. Veel mensen kwamen naar hem toe; ze zeiden: 'Johannes heeft weliswaar geen wonderteken gedaan, maar alles wat hij over deze man gezegd heeft is waar.' En velen kwamen daar tot geloof in hem.

Johannes 10,31-42
Jezus is in Jeruzalem waar het drama zich zal voltrekken. De tegenstand is al gegroeid vanaf de genezing van de blindgeborene en nu nadert de agressie het kookpunt. Stenen worden al opgeraapt, klaar om te gooien. Terwijl het inwijdingsfeest van de tempel wordt gevierd, een feest dat parallel loopt aan het loofhuttenfeest. (Een feest van licht dat acht dagen duurt. Thuis worden acht kaarsen op een rij ontstoken met een enkele kaars die voor de andere staat: de dienaar van de kaarsen.) 'Houd je ons nog lang in spanning, of houd je ons voor de gek? Vertel nu eindelijk eens of je de Messias bent of niet' gooien ze Jezus voor de voeten. En zijn antwoord: 'Ik heb het jullie toch al verteld? Maar jullie willen niet geloven omdat jullie niet van mijn stal zijn en niet bij mijn schapen horen.' Zijn goede werken kunnen hun gestolen worden. Hij stelt zich gelijk met God! Jezus verlaat de tempel om er niet meer terug te keren. Hij gaat naar de overkant van de Jordaan waar Johannes hem gedoopt heeft. Daar begon de opdracht, daar werd hij als Gods Zoon aangenomen. Veel mensen komen met hem mee en gaan daar in hem geloven.



Twijfel overvalt een mens in de nacht.
Duisternis verdrijft het licht.
Zit geloof tussen onze oren
zoals lang geleden?

God van vertrouwen,
draag ons leven van donker naar licht,
geef ons uw woord van leven
en maak ons hart vol van liefde.
 
Reacties: Geen berichten
De reageermogelijkheid is momenteel gesloten.

Website van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland | Bisschoppelijk bureau: Kon. Wilhelminalaan 3, 3818 HN Amersfoort | Tel. 033 - 462 08 75