Filipijns Onafhankelijke Kerk (IFI)

Iglesia Filipina Independiente – IFI

1. De Filipijnse Onafhankelijke Kerk
De Iglesia Filipina Independiente (IFI) telt meer dan 3 miljoen leden en is de op één na grootste kerk op de Filipijnen.
Het is een katholieke en oecumenisch ingestelde kerk, onafhankelijk van Rome en in volledige kerkelijke gemeenschap met de Oud-Katholieke Kerken van de Unie van Utrecht, met de Anglicaanse Kerkgemeenschap en met de  Lutherse Kerk van Zweden. De kerk omvat 40 bisdommen (waarvan 2 in het buitenland, resp. de USA en Canada) met 55 bisschoppen en meer dan 600 mannelijke en vrouwelijke priesters. Het grootste deel van de leden is arbeider en werkt in de landbouw en de visserij. Veel leden bekleden tevens leidinggevende functies in de politiek en de vakbond.

De IFI onderhoudt oecumenische betrekkingen van uiteenlopende aard: zij is lid van de nationale Oecumenische Raad van Kerken op de Filipijnen, en neemt deel aan het Filipijnse oecumenische bisschoppenforum. Zij is de grootste Aziatische kerk, die lid is van de Wereldraad van Kerken, werkt mee in de Oost-Aziatische Raad van Kerken, in de Christelijke Conferentie van Azië, en in de Interreligieuze Oecumenische Beweging.

2.  De Filipijnse Onafhankelijke kerk – geschiedenis
De IFI is ontstaan in het begin van de 20e eeuw in het kader van het brede nationale verzet tegen het Spaanse kolonialisme en het Amerikaanse imperialisme.
De Filipijnse geestelijken verzetten zich tegen de discriminatie van de autochtone bevolking. Daarnaast keerden de geestelijken zich tegen de dominantie van buitenlandse geestelijken in de Rooms-Katholieke Kerk op de Filipijnen in de 19e eeuw. Dit verzet ontwikkelde zich in het begin van de 20e eeuw tot een nationale beweging voor de Filipinisering van de kerk. Deze achtergrond bepaalt nog steeds de spiritualiteit van de kerk. In een verklaring over die spiritualiteit staat, ‘het is ons doel God en zijn volk te dienen in de strijd voor vrijheid, gerechtigheid en ontwikkeling’.

De Filipijnse revolutie tegen de Spaanse overheersing duurde van 1896-1898.
De revolutionaire regering benoemde priester Gregorio Aglipay tot legeraalmoezenier. In die functie riep hij in oktober 1898 een buitengewone vergadering van Filipijnse priesters bijeen.
Toen op de Filipijnen een vrije republiek uitgeroepen was, eiste Aglipay ook een kerk die van de koloniale machthebbers onafhankelijk was. Uit politieke overwegingen had de Spaanse koloniale moederkerk inheemse priesters deels uitgesloten van het parochiepastoraat en helemaal van het episcopaat.
Aglipay stelde diverse manifesten op, waarin hij Filipinisering van de kerk eiste en opriep tot een nationale en vrije Filipijnse kerk, zonder zich van Rome af te scheiden. Een kerkelijke rechtbank oordeelde, dat hij schuldig was ‘aan openlijke ondermijning van het gezag van de kerk’ en excommuniceerde hem in 1899.

In de Amerikaans-Filipijnse oorlog van 1899-1902 vocht Aglipay met een guerilla-eenheid tegen de Amerikaanse leger. Toen het verzet door de Amerikaanse troepen neergeslagen was, gaf Aglipay de strijd op en keerde terug naar Manila. De Amerikaanse koloniale overheersing duurde tot de Japanse bezetting in de 2e Wereldoorlog. Formeel werden de Filipijnen onafhankelijk op 4 juli 1946.

In het kader van de oprichtingsvergadering van de eerste Filipijnse vakbond (Union Obrera Democratica - UOD) werd op 3 augustus 1902 de Iglesia Filipina Independiente geproclameerd door Isabelo de los Reyes. Hij stelde Gregorio Aglipay voor als Obispo Maximo (primas – eerste der bisschoppen). Deze aarzelde aanvankelijk, maar werd toch de eerste Bisschop van de Iglesia Filipina Independiente, en leidde de kerk van 1902 tot zijn dood in 1940.

De IFI is dus niet ontstaan als gevolg van onenigheid over dogmatische vraagstukken. Zij is voortgekomen uit de strijd ‘voor waardigheid en vrijheid’ in een kerk waarin autochtone priesters gerespecteerd worden, en leidinggevende ambten kunnen bekleden’.
De IFI is ongetwijfeld de enige kerk, die uit zo’n nationale strijd ontstond, en die geproclameerd werd bij de oprichting van een vakbond. Met de woorden van Aglipay: ‘Het Filipijnse volk kan getuigen, dat ik niet de stichter van de Filipijnse Onafhankelijke kerk ben, al heb ik het ontstaan ervan ook niet tegengehouden. De Filipijnse kerk werd gesticht door het volk van ons land. De kerk is het gevolg van het initiatief, de vervulling van de wens van het volk naar religieuze, politieke en sociale vrijheid. Ik was slechts een instrument om deze wens vorm te geven.’
In het statuut van de IFI omschrijft de kerk zichzelf als volgt: ‘Onze katholieke kerk is universeel, want zij ziet alle mensen, zonder onderscheid als kinderen van God, en noemt zichzelf ‘Filipijns en onafhankelijk’ om aan te geven dat zij een gemeenschap is van vrije mensen, die knecht van niemand behoren te zijn.’

Zo vormde de kerk een bron van verzet tegen de nieuwe koloniale heerschappij van de USA. De traditie van de kerkelijke identiteit van de IFI is nauw verbonden met de vrijheidsstrijd op de Filipijnen. Vrijheid, sociale gerechtigheid en vrede maken deel uit van haar wezen.
Vanaf het begin had de kerk het veelzeggende motto ‘Pro Deo en Patria’ (voor God en Vaderland). Haar kenmerken zijn ‘scriptura’ (de Schrift), ‘caritas’ (liefde), ‘scientia’ (kennis), ‘libertas’ (vrijheid).
Aangezien er tijdens het episcopaat van Aglipay geen oecumenische betrekkingen met andere kerken tot stand kwamen, zocht Aglipay – mogelijk ook op grond van eigen theologische voorkeuren – toenadering tot de Unitariërs.

Na de dood van Aglipay besloot de algemene Synode van de IFI terug te keren naar het trinitarische en katholieke geloof.
In 1947 nam de IFI een nieuw statuut aan en een geloofsbelijdenis, die met behulp van de Episcopale Kerk van de USA (de Anglicaanse Kerk in de USA) geformuleerd was.
In 1948 werden voor het eerst bisschoppen van de IFI gewijd door bisschoppen van de Episcopale Kerk, waardoor de IFI ging delen in de apostolische successie.

3. Relaties met andere kerken

Sindsdien ontwikkelden zich vele, wereldwijde oecumenische contacten met Orthodoxe, Anglicaanse en Oud-Katholieke Kerken.
In 1958 werd de IFI lid van de Wereldraad van Kerken en nam in 1961, in New Delhi, voor het eerst met een delegatie deel aan een Assemblee.
In 1961 werd de kerkelijke gemeenschap met de Episcopale Kerk erkend, en vervolgens met meer Anglicaanse kerkprovincies.
Met de Unie van Utrecht volgde de erkenning van kerkelijke gemeenschap in 1965.
Sinds 1995 bestaat er kerkelijke gemeenschap met de Lutherse Kerk van Zweden.

In 1977 stelde de IFI een nieuw statuut vast, dat een mijlpaal betekende voor de organisatie en de ontwikkeling van de kerk. Daarin omschrijft de IFI zich als een ‘gemeenschap van nieuwe mensen, onderwezen en bevrijd door de leer van Christus, uitverkoren om God te vereren in de heilige Geest en de waarheid, gevoed en gesterkt door de Eucharistie, met de opdracht aan de wereld Gods liefde te verkondigen.’
Dit statuut voorzag in meer mogelijkheden voor leken om mee te spreken in het bestuur en de leiding van de kerk.

In de volgende tientallen jaren werden de kerkelijke bestuurs- en interne communicatiestruc-turen verder ontwikkeld en verbeterd.
Inmiddels leidt,  sinds 2011,  Obispo Maximo Ephraim Servanez Fajutagan de Filipijnse Onafhankelijke Kerk.

Waar de IFI in de eerste tientallen jaren onder de Obispo Maximo Aglipay  te typeren was als antikolonialistisch, veranderde dat onder zijn opvolgers. In de tijd van de militaire dictatuur van Ferdinand Marcos steunde de leiding van de kerk het oorlogsrecht.
Maar vooral jonge priesters grepen terug op de antikoloniale traditie van de begintijd van de IFI en ontwikkelden bevrijdingstheologische ideeën in de vorm van een ‘Theology of Struggle’ (theologie van strijd). Leden van de IFI namen actief deel aan de strijd tegen de militaire dictatuur. Deze strijd maakte veel slachtoffers onder de geestelijken. Sommigen werden gevangen genomen en gemarteld.

Het einde van de militaire dictatuur door de ‘rozenkrans-revolutie’, betekende een opleving van het revolutionaire verleden van de kerk.
De periode van verzet tegen de militaire dictatuur was dus tevens een tijd van spirituele en programmatische vernieuwing van de kerk.

De IFI beschouwt maatschappelijke betrokkenheid als uiting van haar roeping als kerk: ‘Actie is een pastorale taak van de kerk. … De IFI bleef haar grondleggers steeds trouw en bevordert het welzijn van en het respect voor de gewone mensen, in het bijzonder de arbeiders. Zij wil altijd en overal haar pastorale dienst verlenen aan de arbeiders en boeren, met wie zij zich vanaf het begin geïdentificeerd heeft’.
Betrokkenheid bij de rechten van de armen kenmerkt de kerk tot op de dag van vandaag.

Van de leidende bisschoppen moet hier in het bijzonder bisschop Alberto Ramento genoemd worden. Hij was van 1993-1999 Primas van de IFI, en aansluitend, tot 2006,  diocesaan bisschop in Tarlac, in het Noorden van de Filipijnen.
Bisschop Ramento werd de ‘bisschop van de armen en de boeren’ genoemd. Deze houding leverde hem in het land veel vijanden op. Op een waarschuwing, dat men hem zou ombrengen, antwoordde hij: ‘Ik weet, dat ze me spoedig zullen ombrengen, maar ik zal niet verflauwen in mijn verplichting tegenover God en in mijn dienst aan de mensen’.
Op 6 oktober 2006 werd hij vermoord.
In zijn laatste preek als Primas, op 8 mei 1999, sprak hij profetische woorden over de opdracht van de christenen: ‘De uitdaging is, de samenleving te veranderen in een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Zijn wij bereid die weg te gaan? Ook als dit betekent, dat we ons kruis moeten opnemen? … We moeten strijden voor gerechtigheid, ook als we onrechtvaardig behandeld worden.’

In theologisch opzicht verbindt de IFI het idee van de kerk als ‘volk van God’ (2e Vaticaans Concilie) met het concept van een nationale kerk, die samengesteld is uit locale kerken.
Dit betekent drie dingen:
a. de rechten van het volk zijn nauw verbonden met de rechten van de kerk;
b. de kerk is een actieve speler in het veld van maatschappelijke en historische veranderingen, en werkt actief mee aan de ontwikkeling daarvan;
c. de kerk beperkt zich niet alleen tot het zuiver sacramentele, maar is vanuit haar geloof actief betrokken bij de verandering van de samenleving.

De kerk nam na de dictatuur van Marcos deel aan het vredesproces op Mindanao en zette zich in voor de vrijlating van leden van de ‘New People’s Army’.
De kerk is waarnemer bij het verdrag inzake de handhaving van de Rechten van de Mens. Sinds 2008 heeft de kerk een eigen commissie voor mensenrechten, dat naar de bisschop-martelaar Alberto Ramento genoemd is.
De inzet voor gerechtigheid en vrede vloeit voort uit haar opdracht als kerk.
Die inzet voor mensenrechten kostte al veel mensen het leven.: pastoor Jeremias Aquino (1949-1981), pastoor Narciso Pico (1949-1991), pastoor William Tadena (1968-2005), Primas Alberto Ramento (1936-2006), Benjamin Mayles (1969-2010), leider van landarbeiders en kerkmeester, en in oktober 2012 Gilbert Paborada, leider van een milieugroep en kerkelijk actief.

Voor de viering van het eeuwfeest in 2002 nodigde de IFI veel kerkelijke leiders uit de Oecumene uit. Het slotdocument (The Manila Convenant) van deze bijeenkomst veroordeelt de neoliberale globalisering en de negatieve gevolgen daarvan, en eist herstelbetalingen voor de schade , die door het kolonialisme aangericht is.

De IFI neemt sinds 2006, samen met de Oud-Katholieke Kerken van de Unie van Utrecht en de Episcopale Kerk van de USA deel aan een project over globalisering en katholiciteit. Over het verloop en de uitkomsten van deze consultatie is uitvoerig verslag gedaan in een bijlage bij de Internationale Kirchliche Zeitschrift (IKZ) in 2010. Het onderwerp wordt ook behandeld in de publicatie van Franz Segbers en Peter-Ben Smit ‘Katholisch in Zeiten der Globalisierung. Erinnerungen an den Märtyrerbischof Alberto Ramento, den Bischof der Arbeiter und Bauern‘.

4. De betrekkingen tussen de Unie van Utrecht en de Filipijnse Onafhankelijke Kerk
Al heel snel na het ontstaan van de IFI werd contact gelegd met de Oud-Katholieke Kerken van de Unie van Utrecht, met name met de Zwitserse bisschop Eduard Herzog.
Deze eerste fase van de contacten duurde van 1903-1912. Zij leidden echter – onder andere om theologische en kerkpolitieke redenen – nog niet tot de erkenning van kerkelijke gemeenschap.
Jaren later – de IFI had van haar kant inmiddels wezenlijke theologische en kerkpolitieke veranderingen ondergaan – was er opnieuw contact tussen de Unie van Utrecht en de IFI. Aanleiding hiervoor was de wijding van drie bisschoppen van de IFI door bisschoppen van de Episcopale Kerk van de USA op 7 april 1948, wat hun opname in de apostolische successie betekende.
Vanaf de 50-er jaren was er een tweede fase, waarin de IFI vele oecumenische relaties met andere van Rome onafhankelijke kerken aanging.
De relaties met de Episcopale Kerk op de Filippijnen en de Episcopale Kerk van de USA, en dus met de Anglicaanse Kerkgemeenschap, waren de belangrijkste.
Op 22 september 1961 werd de kerkelijke gemeenschap met de Episcopale Kerk vastgesteld. Dit was de eerste stap op weg naar kerkelijke gemeenschap met alle kerken van de Anglicaanse Kerkgemeenschap, zoals die inmiddels tot stand gekomen is.

In 1964 zocht de toenmalige Obispo Maximo Isabelo de los Reyes formeel de kerkelijke gemeenschap met de Kerken van de Unie van Utrecht. Tijdens het Internationale Oud-Katholieken Congres van 1965 in Wenen werd – volgens het congresverslag -  plechtig het besluit van de Internationale Oud-Katholieke Bisschoppenconferentie (IBC) met betrekking tot de ‘Overeenkomst met de autonome katholieke Kerken van de Filipijnen, Spanje en Portugal naar het voorbeeld van de Overeenkomst van Bonn van 1931’ afgekondigd.

Een derde fase begon met het bezoek van bisschop Tito Pasco aan Duitsland in de jaren ’80. Bisschop Pasco nam deel aan het Internationale Oud-Katholieken Congres in Münster in 1986, bezocht de rooms-katholieke  ‘Katholikentag’ in Aken, evenals vele oud-katholieke parochies in Duitsland.
De eerste partnerschappen met parochies werden gesloten, onder meer met de parochie in Heidelberg.
In de volgende jaren werden in de parochies talloze collectes en acties gehouden voor de ondersteuning van programma’s en projecten van de IFI.
Na het bezoek van bisschop Josef Brinkhues aan de Filippijnen, was het vooral aan zijn vrouw dr. Ilse Brinkhues als contactpersoon voor missie in de Duitse kerk, te danken, dat de contacten met de IFI nieuw leven ingeblazen werd.

In de afgelopen jaren is het vooral de huidige Aartsbisschop van Utrecht, dr. Joris Vercammen, die zeer intensief de contacten met de IFI onderhoudt.
Om de theologische uitwisseling tussen de Oud-Katholieke Kerken en de IFI te intensiveren, werd aan het theologische opleidingsinstituut van de IFI, het Aglipay Seminarie, een ‘Ramento-leerstoel’ voor oud-katholieke gastdocenten gevestigd.

De betekenis van de kerkelijke betrekkingen tussen de Oud-Katholieke Kerken en de IFI bestaat er, naar de woorden van Aartsbisschop Joris Vercammen, in, solidariteit te leren en, in tijden van globalisering, katholiek, dat wil zeggen, wereld omvattend Kerk van Jezus Christus te zijn:
‘De Iglesia Filipina Independiente geeft ons door haar actieve rol in de strijd voor gerechtigheid en vrede een inspirerend voorbeeld.’

Sinds de jaren ‘80 hebben de Nederlandse, Zwitserse en Duitse Oud-Katholieke Kerken steeds alleen, gezamenlijk of ook gezamenlijk met andere ontwikkelingshulporganisaties kerkelijke en sociale projecten en programma’s van de IFI financieel gesteund:
- projecten voor de scholing van priesters, studiebeurzen voor theologiestudenten, uitbreiding van de seminariebibliotheken, uitzending van gastdocenten;
- de bouw en inrichting van diverse lagere en technische scholen, aanvullende scholing en training voor schoolverlaters om hun kansen op een baan te vergroten, financiering van crèches en kleuterscholen;
- oprichting van een rijstbank, aankoop van landbouwgrond om er bijna uitgestorven bomen aan te planten. Hiervan worden de bladeren ambachtelijk verwerkt tot aantrekkelijke en ‘groene’ voorwerpen, die weer verkocht worden. Aankoop van een machine om hosties te vormen en te bakken;
- een ontwikkelingsproject, dat arbeiders bewust moet maken van hun rechten, opdat  hun maatschappelijke positie verbetert. En nog veel meer.
En bovendien wordt regelmatig noodhulp gegeven na natuurrampen.

Op onderstaande websites is meer informatie te vinden over de projecten die de kerken ondersteunen of ondersteund hebben, in de Filipijnen en elders:
www.partner-sein.ch
www.alt-katholisch.de  bistum   mission und entwicklung

De Oud-Katholieke Missie Sint Paulus heeft de relatie met de Filippijnse Kerk als een van haar speerpunten in het werk gekozen. Het missie-bisdom Palawan werd o.a. geholpen bij het opzetten van een vijfjarenplan.

Vele Filippino's zoeken maatschappelijke zekerheid buiten het eigen land en ze zijn dan ook over de hele wereld te vinden. In Nederland is eveneens een vrij grote groep migranten, wiens belangen o.a. behartigd worden door SKIN (Stichting Samen Kerk in Nederland).

  • De Filippijnse Onafhankelijk Kerk vierde in 2002 haar 100-jarig bestaan.
    Op 3 augustus 2012 werd op feestelijke wijze herdacht dat onze Filippijnse zusterkerk in 1902 ontstond.

Net bevrijd van ruim 350 jaar Spaans koloniaal bewind werd men geconfronteerd met een nieuwe kolonisator; de Verenigde Staten van Amerika. De Spaanse bisschoppen werden vervangen door Amerikaanse. Rome negeeerde daarbij , overigens niet verrassend voor hen, die de geschiedenis van de eigen Nederlandse kerk kennen, de gerechtvaardigde verlangens van de inheemse bevolking, geestelijken en leken, naar eigen inheemse bisschoppen en een grotere invloed bij het bestuur van de parochies.

Het was een vakbondsleider, Don Isabelo de los Reyes die tijdens een grote demonstratieve bijeenkomst in een van de theaters in Manila de onafhankelijkheid van de kerk uitriep. Een vooraanstaand inheemse priester Gregorio Aglipay werd tot eerste bisschop gekozen.

Bij de herdenking ontvang de Filippijnse kerk vele gasten op het feest in Manila., o.a. uit andere kerken en organisaties, waar men een oecumenische relatie mee onderhoudt.

Aartsbisschop met jongeren naar herdenking Vanuit onze kerk waren de aartsbisschop en de voorzitter van de Missie St. Paulus hierbij aanwezig zijn samen met een delegatie van Nederlandse jongeren. Het werd een drieweekse reis waarbij naast Manila, ook een bezoek gebracht gebracht werd aan het eiland Palawan waar de Missie St. Paulus al vele jaren het opbouwwerk van de kerk ondersteunt. Ook een bezoek aan de eilanden Panay en Guimaras stond op het programma..

Op zaterdag 5 oktober 2002 werd in Nederland een speciale viering worden gehouden ter herdenking van het jubileum. Deze viering vond plaats in de kathedrale kerk van Ste Gertrudis te Utrecht.

Recente berichten:

Website van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland | Bisschoppelijk bureau: Kon. Wilhelminalaan 3, 3818 HN Amersfoort | Tel. 033 - 462 08 75